paragraaf 7.3

Welkom
Natuurgeweld in Japan
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Natuurgeweld in Japan

Slide 1 - Tekstslide

Deze les 
  • Herhaling vorige les (5 min)  
  • Uitleg (15 min)
  • Zelfstandig werken (10 min) 
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Waarom zijn aardbevingen bij Japan veel sterker dan die in Nederland?
A
Japan ligt niet aan de rand van een plaat, Nederland wel
B
Japan ligt aan de rand van een plaat, Nederland niet

Slide 3 - Quizvraag

Aardbevingen komen niet voor bij welke plaatbeweging?
A
Naar elkaar toe
B
Van elkaar af
C
Langs elkaar heen

Slide 4 - Quizvraag

Tsunami's zijn vloedgolven die ontstaan bij een aardbeving onder zee.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Doel van de les
  • Je weet wat een tropische orkaan is 
  • Je weet hoe wind ontstaat 
  • Je weet hoe een orkaan ontstaat

Slide 6 - Tekstslide

Orkaan
  • Tropische storm
  • Hele hoge windsnelheden
  • Veel regen 
  • Veel schade 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Luchtdruk
  • Dampkring: laag rond de aarde
  • Barometer  meet de luchtdruk
  • Wind: lucht beweegt van hoge druk naar lage druk

Slide 10 - Tekstslide

Koude lucht
  • Zwaar 
  • Gaat omlaag 
  • Zorgt voor hoge luchtdruk

Slide 11 - Tekstslide

Warme lucht
  • Licht 
  • Stijgt op 
  • Bij afkoelen wordt de waterdamp weer water 
  • Condenseren 

Slide 12 - Tekstslide

Ontstaan 
  • Altijd boven zee 
  • Water minimaal 27 graden
  • In het oog is het windstil
  • Boven land neemt kracht af
  • Cycloon, Taifoen, Hurricane

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Maak paragraaf 7.3
  • Ben je klaar? Maak paragraaf 7.4
  •  Timer? Terug in lessonup

timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Een orkaan ontstaat boven land
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Hoe ontstaat een aardverschuiving?
A
Als er een aardbeving is dan schuift de grond
B
Als er een orkaan is duwt deze de grond weg
C
Als de bodem heel nat wordt gaat deze schuiven

Slide 17 - Quizvraag

Hoe warm moet het zeewater zijn voor een orkaan?
A
26 graden
B
27 graden
C
28 graden
D
29 graden

Slide 18 - Quizvraag

Als lucht koud is dan gaat deze ....
Hierdoor krijg je een ..... luchtdruk
A
Omhoog, lage
B
Omhoog, hoge
C
Omlaag, lage
D
Omlaag, hoge

Slide 19 - Quizvraag

Welke uitspraak is goed?
1. Midden in de orkaan is het windstil
2. Waterdamp is de gasvorm van water
A
uitspraak 1
B
uitspraak 2
C
geen van beide
D
allebei

Slide 20 - Quizvraag

Welke uitspraak is goed?
1. Wind waait van hoge druk naar lage druk
2. Een orkaan, taifoen, cycloon en hurricane zijn dezelfde storm
A
uitspraak 1
B
uitspraak 2
C
geen van beide
D
allebei

Slide 21 - Quizvraag

Tot de volgende les! 

Slide 22 - Tekstslide