Paragraaf 2.3 Wereld: Cultuur

Paragraaf 2.2 Cultuur
Hoofdstuk 2

1 HAVO / VWO
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.2 Cultuur
Hoofdstuk 2

1 HAVO / VWO

Slide 1 - Tekstslide

Weten jullie het nog?

Slide 2 - Tekstslide

De bevolkingsspreiding in Iran is?
A
regelmatig
B
onregelmatig

Slide 3 - Quizvraag

De bevolkingsdichtheid is het hoogst in Groningen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

De manier waarop mensen over een gebied verspreid zijn noemen we...
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding
C
Bevolkingsgrafiek

Slide 5 - Quizvraag

Bevolkingsgroei veroorzaakt door een hoger geboortecijfer is......
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei
C
Positieve bevolkingsgroei
D
Demografische bevolkingsgroei

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noemen we dit?
A
bevolkingsberg
B
bevolkingspiramide
C
bevolkingsgrafiek

Slide 7 - Quizvraag

Bekijk de leeftijdsgrafiek.

Welke uitspraak is juist?

A
In arme landen is de onderkant van de bevolkingsgrafiek breder dan bij rijke landen.
B
De bevolking van arme landen neemt af.
C
Aan een bevolkingsgrafiek kun je goed zien of er veel of weinig migratie is in een land.
D
Geen van de genoemde uitspraken is juist.

Slide 8 - Quizvraag

Kies een juiste uitspraak over de bevolkingsgrafiek.
A
Dit is een land met een gemiddeld jonge bevolking
B
Dit is een arm land.
C
Er zijn meer jongeren dan ouderen in dit land
D
Er zijn meer ouderen dan jongeren in dit land.

Slide 9 - Quizvraag

'Werkloosheid' is een pushfactor.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Als iemand migreert omdat er altijd droogte is in zijn land, dan is dit een...
A
economische reden
B
politieke reden
C
ecologische reden
D
sociale reden

Slide 11 - Quizvraag

Een vluchteling is iemand die verhuist om een...
A
sociale reden
B
politieke reden
C
economische reden
D
ecologische reden

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen pullfactor?
A
werk
B
veiligheid
C
vrede
D
hongersnood

Slide 13 - Quizvraag

Vragen?
Misschien nu niet maar vanmiddag wel, schrijf ze dan op of mail mij.

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet op welke manier je een cultuur kunt beschrijven met drie soorten cultuurelementen.

Je begrijpt op waarom culturen vroeger en nu verspreid en vermengd raken.

Je kunt je mening vormen over een onderwerp in vijf stappen.

Slide 15 - Tekstslide

Cultuur

Slide 16 - Woordweb

Een gewoonte is een handeling of een manier van handelen die men gewend is uit te voeren en die men doorgaans onbewust – dus zonder erbij na te denken – uitvoert.
Cultuur is de manier waarop een groep mensen samenleeft. Cultuur is aangeleerd: een taal leren, opvoeding
Een traditie (Latijn: trádere, overleveren) is een gebruik of gewoonte die van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven.

Slide 17 - Tekstslide

Cultuur
'De manier waarop een groep mensen samenleeft'


Cultuurelementen: kenmerken van een cultuur

Slide 18 - Tekstslide

Cultuurelementen
1. verstand
taal/godsdienst

2. samenleven
wetten/familiebanden/opvoeding

3. zichtbare dingen
kleding/voedsel/gebouwen/kunst

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 en 2 van paragraaf 2.3, blz 42 werkboek
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 1A
Wat is cultuur?

  • De manier waarop een groep mensen samenleeft

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 1B
Verbind de zinsdelen met elkaar, zodat ze kloppen. Noteer de juiste combinaties van letters en cijfers.

  • A2, B1, C3.

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 2A
Wat versta je onder cultuurelementen?

  • De belangrijkste kenmerken van een cultuur.

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 2B
Zet het juiste cijfer van de categorieën uit de leerstof voor elk cultuur element.

Slide 24 - Tekstslide


Cultuurverspreiding
Culturen verspreiding zich over de wereld:

  • handel
  • oorlog

koloniën

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide


Cultuurvermenging
'Elementen uit verschillende culturen worden door elkaar gebruikt'

massamedia
migratie
toerisme

Slide 27 - Tekstslide


Amerikanisering

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Aan de slag
Maak opdracht 3, 5 en 7.

Gebruik voor vraag 7 de bosatlas op Magister.


Slide 31 - Tekstslide

Vragen 3A
Koppel de juiste woorden aan de zinnen. Noteer de juiste
combinaties van letters en cijfers.

  • A2, B4, C1, D3

Slide 32 - Tekstslide

Vraag 3B
  • Suriname was vroeger een kolonie van Nederland, daarom vieren ze er Sinterklaas. De rechters in Uganda dragen kostuums omdat Uganda vroeger een kolonie van Engeland was. In Indonesië spreken sommige mensen Nederlands, want het was vroeger een kolonie van Nederland. Sinds ze gemigreerd zijn naar Nederland, vieren de vluchtelingen elk jaar Sinterklaas. Als gevolg van de vroegere kolonisatie van Brazilië staat het Portugees in de top tien van de meest gesproken talen van de wereld. Om het gebruik van het Frans in Vietnam te bevorderen, was de taal in de koloniale tijd verplicht

koloniën Nederland had rond 1937.
Nederlands-Indië, Suriname en de Nederlandse
verplicht op school.

Slide 33 - Tekstslide

Vraag 5A

Wij halen tegenwoordig vaak brood bij de Turkse bakker.
  •  Migratie
Wij kijken thuis op zaterdag altijd films, meestal via de satelliet
  •  Massamedia
In Mexico mochten ze op school hun eigen (indiaanse) taal niet spreken
  •  Kolonialisme
Sinds we in Vietnam op vakantie zijn geweest, eten we elk weekend loempia's
  •  Toerisme
Bij McDonald’s krijg je altijd van die speeltjes die in China worden gemaakt
  • Handel

Slide 34 - Tekstslide

Vraag 5B

Bekijkbron11.Somszijnmensentegencultuurvermenging. Waarom is dat zo?

  • Mensen zijn bang dat het hun tradities verdringt.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide