PO informatief artikel schrijven HV 1 P2

PO informatief artikel schrijven
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

PO informatief artikel schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Let op!

De docent bewaart de opdracht, in periode 3 heb je deze weer nodig voor een vervolgopdracht. 

Slide 2 - Tekstslide

Lezen om te schrijven!

Slide 3 - Tekstslide

Doel

Je kunt een artikel schrijven met een begin, middenstuk en slot.
Je kunt alinea's maken met zinsverbanden en verbindingswoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Theorie Kern
Voor deze opdrachten behandelen we:
  • H10 Praten met iemand die er niet is
  • H11 Goede zinnen schrijven
  • H25 Alinea-indeling
  • H26 Zinsverbanden
  • H40 Tekstopbouw: inhoud en inleiding
  • H41 Tekstopbouw: middenstuk en slot
  • H4 Activeren en amuseren: opdracht 1 doel van de schrijver blz. 18


Slide 5 - Tekstslide

Wat is een artikel?
In een informatief artikel geef je de lezer informatie 
over een bepaald onderwerp.

Slide 6 - Tekstslide

De opdracht
  • Je gaat aankomende lessen 3 artikelen lezen over één onderwerp dat jij interessant vindt, als het maar actueel is! 
  • Probeer zoveel mogelijk verschillende artikelen te verzamelen. Denk aan de verschillende soorten artikelen met hun doelen die je in de theorie hebt geleerd. 
  • Deze artikelen print je uit, verzamel je in een mapje en vink je af op je lijst. 
  • De artikelen mag je zoeken op internet. 
  • Vervolgens krijg je een schrijfopdracht van de docent, namelijk het schrijven van een informerend artikel. 
  • Dit wordt beoordeeld op zowel de inhoud als de spelling.


Slide 7 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Je vult voor alle artikelen het opdrachtenblad (verwerkingsopdracht ‘artikel’) in.  

 



 

Je kunt ook in de les werken aan deze opdracht. Ik geef aan wanneer we dat gaan doen. Ook geef ik aan wanneer welke opdrachten af moeten zijn.  

 

Verwerk in je artikel minstens 10 woorden die je in de gevonden artikelen hebt gelezen. Onderstreep de moeilijke woorden.  

Slide 8 - Tekstslide

Werklijst
In je artikel verwerk je de theorie van de onderdelen schrijfvaardigheid. Check dus of die onderdelen ook daadwerkelijk in jouw artikel zitten.  
Vink dat af in je werklijst. Let ook op de feedbackmomenten in de lijst. Verzamel de parafen. Die leveren namelijk punten op.  

In Teams vind je een overzicht van wat er aan bod is gekomen in de hoofdstukken schrijfvaardigheid. 

Verder wordt je artikel beoordeeld op de onderdelen die we hebben gehad bij Taalverzorging. De (werkwoord)spelling moet dus in orde zijn. 

 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldthema's
  • Situatie Oekraïne – Rusland   
  • Klimaat   
  • Politiek   
  • Hoe leven we verder met corona?    
  • Plastic soup   
  • Uitstervende diersoorten   
  • Duurzaamheid: hoe leef je zo duurzaam mogelijk?   
  • Gezonde leefstijl, hoe?    
  • Of een thema naar eigen keuze    
  • Waarom veganistisch zijn
  • Gamen
  • Sociale media

Slide 10 - Tekstslide

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 11 - Tekstslide

In de drie volgende dia's vind je drie verschillende artikelen over het onderwerp 'flitsbezorgers'. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?
Artikel 1

Slide 13 - Tekstslide

Tekstdoel?
Artikel 2

Slide 14 - Tekstslide

Tekstdoel?
Artikel 3

Slide 15 - Tekstslide

Stappenplan
stap 1: Maak een mindmap over onderwerpen die nu in het nieuws zijn, dit noemen we ook wel actueel.
stap 2: Kies nu een definitief onderwerp met behulp van je mindmap.
stap 3: Je verzamelt minstens 3 artikelen over dit onderwerp. Print deze artikelen uit en stop ze in een mapje. Deze artikelen werk je uit via het format dat je van de docent krijgt (zie volgende dia: verwerkingsopdracht artikel).
stap 4: Check of je verschillende tekstsoorten hebt gekozen binnen jouw thema. 
stap 5: Elke les vink je af hoever je bent met het verwerken van de artikelen. Dit doe je op de bijgevoegde afvinklijst.   
Stap 6: Klaar? Laat het mapje met de artikelen + verwerking controleren door de docent. Zodra het goedgekeurd is, krijg je een schrijfopdracht: een artikel schrijven

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Bekijk op de volgende dia het 
filmpje over 
een artikel schrijven

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Zo schrijf je een artikel:

Slide 21 - Tekstslide

Inleiding
In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel. 


Daarnaast kun je:
- de aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft).
- een voorbeeld geven van het onderwerp.
- een kort, grappig verhaaltje (anekdote) vertellen over het onderwerp.
- een vraag of vragen stellen die je in de tekst gaat beantwoorden.

Slide 22 - Tekstslide

Middenstuk
In het middenstuk schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. 


Schrijf de belangrijkste informatie 
over het deelonderwerp in de eerste zin. 
Ga op dezelfde regel verder en geef 
in de rest van de alinea voorbeelden 
of uitleg bij het deelonderwerp.
  
Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea 
een signaalwoord gebruikt, zoals ook, ten tweede, bovendien.

Slide 23 - Tekstslide

Slot
In het slot kun je:

- de deelonderwerpen samenvatten.
- vertellen wat er in de toekomst waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting). 
- een conclusie trekken.
- een advies geven.
een antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld. 

Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken, zoals dus, kortom, dat betekent.

Slide 24 - Tekstslide

Schrijfplan
Maak eerst een schrijfplan voordat je een artikel gaat schrijven.
Bekijk hier het filmpje over het schrijfplan. 

Verder:
- Zorg je voor een passende titel.
- Schrijf je een artikel van minimaal 3 alinea's (in totaal minimaal 300 woorden).
- Gebruik je een logische volgorde.
- Zorg je voor samenhang in de tekst.
- Zorg je voor passend taalgebruik.
- Vermeld je jouw voor- en achternaam (en klas) onder het artikel.

Slide 25 - Tekstslide

Schrijfopdracht artikel
1. Zoek actuele informatie over een voor jou interessant onderwerp. 

2. Maak een schrijfplan voor een artikel over dit onderwerp. Bekijk hiervoor eventueel een van de vorige slides. Bedenk zelf een (informerende) hoofdvraag/onderwerp (hoofdgedachte) en voor wie je schrijft (je publiek).

3. Bedenk een passende titel. Gebruik hiervoor niet meer dan vijf woorden. 

4. Schrijf de inleiding door bijvoorbeeld een anekdote te gebruiken. 

5. Schrijf het middenstuk. Licht je deelonderwerp (3 deelonderwerpen) toe en gebruik voorbeelden. 

6. Schrijf het slot door bijvoorbeeld een conclusie te trekken. 




Slide 26 - Tekstslide

Schrijfplan

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Bewaren van je artikelen
De artikelen bewaar je in een snelhechter, samen met de werklijst en de verwerkingsopdrachten inclusief de moeilijke woorden.  Je eigen geschreven artikel maak je in Word en sla je op in je OneDrive. Ook dat artikel print je uit en doe je in je snelhechter. 


Slide 29 - Tekstslide

Even oefenen


In de volgende dia's kan je even oefenen met de theorie. 

Slide 30 - Tekstslide

Lees hierboven het begin van een artikel dat gaat over kindersloten die je op apparatuur kunt bevestigen.

Slide 31 - Tekstslide


Behoort alinea 2 tot 
de inleiding of
het middenstuk?
A
de inleiding
B
het middenstuk

Slide 32 - Quizvraag

Alinea 1 en 2 behoren tot de inleiding. 
De inleiding trekt de aandacht en leidt het onderwerp in. 
In het middenstuk worden voorbeelden van beveiliging op apparaten genoemd.

Slide 33 - Tekstslide

Bekijk het schrijfplan voor een artikel 
over onderwijsvormen

Slide 34 - Tekstslide

Bekijk de hoofdgedachte.
Wat is het doel van het artikel?
A
overtuigen
B
informeren

Slide 35 - Quizvraag

De hoofdgedachte is een feit en geen mening. 
Het doel is dus informeren.

Slide 36 - Tekstslide

Doelen behaald?
Je kunt een artikel schrijven met een begin, middenstuk en slot
  
Je kunt alinea's maken met zinsverbanden en verbindingswoorden.

Slide 37 - Tekstslide