In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom 2a1!
Deze les:
- nieuwsquiz
- grammatica woordsoorten
alle woordsoorten tot nu toe
Slide 1 - Tekstslide
Nieuwsquiz
Week 20
Slide 2 - Tekstslide
Bij welke politieke partij wilde de partijvoorzitter aangifte doen tegen de fractievoorzitter?
A
DENK
B
PvdA
C
50plus
D
SP
Slide 3 - Quizvraag
In welke badplaats zijn vijf surfers om het leven gekomen?
A
Scheveningen
B
Hoek van Holland
C
Zandvoort
D
Bloemendaal
Slide 4 - Quizvraag
Wie gaan naar de rechter om de sluiting aan te vechten?
A
Sportscholen
B
Zwembaden
C
Theaters
D
Bioscopen
Slide 5 - Quizvraag
Seksuele gesprekken via internet tussen volwassenen en kinderen worden strafbaar. Hoe heet dit feit?
A
Sexting
B
Sexchatting
C
Grooming
D
Ontucht
Slide 6 - Quizvraag
De ambassadeur van welk land vergeleek Angela Merkel met Adolf Hitler?
A
Italië
B
Griekenland
C
Malta
D
Spanje
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel boetes werden tot nu toe uitgedeeld vanwege de coronamaatregelen?
A
Ongeveer 900
B
Ongeveer 9000
C
Ongeveer 90.000
D
Ongeveer 900.000
Slide 8 - Quizvraag
Roy van het duo Siegfried en Roy is overleden. Met welke dieren traden zij vaak op?
A
Olifanten
B
Tijgers
C
Apen
D
Roofvogels
Slide 9 - Quizvraag
Welk land verspreidt volgens minister Ollongren nepnieuws over het Coronavirus?
A
Verenigde Staten
B
China
C
Noord-Korea
D
Rusland
Slide 10 - Quizvraag
Valéry Giscard d'Estaing (94) is aangeklaagd voor seksuele intimidatie. Wie is hij?
A
Voormalige baas van de VN
B
Voormalige baas van de NAVO
C
Voormalig president van Zwitserland
D
Voormalig president van Frankrijk
Slide 11 - Quizvraag
Welke voetbalclub wil dat de bekerfinale alsnog gespeeld gaat worden?
A
FC Utrecht
B
FC Twente
C
Feyenoord
D
Ajax
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel jaar geleden vond het bombardement op Rotterdam plaats (waarmee de Tweede Wereldoorlog in Nederland begon)?
A
70 jaar geleden
B
75 jaar geleden
C
80 jaar geleden
D
85 jaar geleden
Slide 13 - Quizvraag
Bij welke winkel moesten klanten naar het ziekenhuis nadat zij hun handen met gootsteenontstopper hadden ontsmet?
A
Hema
B
Albert Heijn
C
IKEA
D
Kruidvat
Slide 14 - Quizvraag
Benoem het woord 'vanmorgen'. Vanmorgen kon ik moeilijk mijn bed uit komen.
A
zelfstandig naamwoord
B
wederkerend voornaamwoord
C
bijwoord
D
onbepaald voornaamwoord
Slide 15 - Quizvraag
Benoem het woord 'dat'. Het spel dat ik gisteren speelde, heet FIFA.
A
aanwijzend voornaamwoord
B
lidwoord
C
bijwoord
D
betrekkelijk voornaamwoord
Slide 16 - Quizvraag
Benoem het woord 'gebleven'. Ik was graag op het veld gebleven.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord
Slide 17 - Quizvraag
Benoem het woord 'gebleven'. Waarom ben ik toch zo moe gebleven.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord
Slide 18 - Quizvraag
Benoem het woord 'je'. Jullie vergissen je in de datum.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
wederkerig voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
Slide 19 - Quizvraag
Benoem het woord 'waar'. Waar ga jij naar de fitness?
A
vragend voornaamwoord
B
bijwoord
Slide 20 - Quizvraag
Benoem het woord 'of'. Ik weet niet of ik kan komen.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 21 - Quizvraag
Benoem het woord 'wie'. Wie dit leest, is gek.
A
vragend voornaamwoord
B
bijwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord (m.i.a.)
Slide 22 - Quizvraag
De opdracht:
- Oefen de woordsoorten, websites staan in Classroom.
- Maak de diagnostische toets als je voldoende geoefend hebt. Je kunt deze toets maar één keer invullen! Je cijfer hoor je aan het eind van de week van mij.
Slide 23 - Tekstslide
Blijf even hangen als je nog iets wil vragen of bespreken.