-aanhef
-Vertel je vriend(in) dat je bent gaan shoppen en noem hierbij een dag
-Wat je gekocht hebt (noem drie verschillende dingen)
-In welke kleur je de kleding gekocht hebt
-stel voor om samen een keer te gaan shoppen
-vraag of hij/zij snel wil antwoorden
-groet/afsluiting