laatste les + oefentoets

le mardi 1 novembre 2022
Tu as parlé français?


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

le mardi 1 novembre 2022
Tu as parlé français?


Slide 1 - Tekstslide

focusleren - voca EF - page 51
Fawzaan heeft nog een Napoleon tegoed en Dide ook .
Wie gaat vandaag de uitdaging aan? 

Slide 2 - Tekstslide

Annonce
donderdag 10 november proefwerk chapitre 1

page 50/51:   vocabulaire ABEF
page 52:         phrases-clés CG
page 53:         grammaire DH
Herhalingsstof:
page 166:       avoir in de présent = tegenwoordige tijd 




Slide 3 - Tekstslide

aujourd'hui
- so's terug
- phrases-clés
- réviser grammaire H + corriger exercices 32ab + 33b
- oefentoets




Slide 4 - Tekstslide

G - Phrases-clés 
page 44
exercice 27a: uitspraak é en è

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

exercice 27b - page 44
  • 1 le départ
  • 2 l’église
  • 3 le père
  • 4 l’élève
  • 5 je préfère
  • 6 après

Slide 7 - Tekstslide

exercice 27c - page 44

Slide 8 - Tekstslide

exercice 27e - page 44
– Salut Dorian! – Salut Suzanne.
  • – Qu’est-ce que tu as fait aujourd’hui?
  • – J’ai été à la plage.
  • – C’était comment?
  • - C’était magnifique.
  • – Tu as parlé anglais?
  • – Non, j’ai parlé allemand.

Slide 9 - Tekstslide

exercice 32a - page 48
Tu as passé de bonnes vacances?
Qu'est-ce que tu as fait pendant les vacances?
Tu as été où?
Avec qui?
Et toi? Tu as parlé quelles langues?

Tip: kijk op page 44 in het blauwe blok (phrases-clés)

Slide 10 - Tekstslide

exercice 32a - exemple
Bonjour Marc,
Mes vacances étaient super. 
J'ai été en Belgique avec une copine.
Nous avons fait du camping et nous avons mangé dans un restaurant.
Les Belges parlent néerlandais et français. Donc j'ai parlé néerlandais et français aussi.

Au revoir,
Diana




Slide 11 - Tekstslide

exercice 33a - page 49
Wie heeft er een foto / foto's meegenomen?

Laat 33b aan je buurman / buurvrouw lezen. Hij / Zij schrijft een
(Franse) reactie op jouw bericht bij opdracht 33c.

Klaar? Steek je hand op en laat jullie werk aan de docent zien.

Slide 12 - Tekstslide

réviser le passé composé
zwemmen                    = nager
  • Ik heb gezwommen = 
  • Ik heb gezwommen = j'ai nagé
  • Wij hebben gezwommen = 
  • Wij hebben gezwommen = nous avons nagé (on a nagé)
  • Zij hebben gezwommen = 
  • Zij hebben gezwommen = ils ont nagé

Slide 13 - Tekstslide

réviser le passé composé
hebben                    = faire
  • Ik heb gehad = 
  • Ik heb gehad = j'ai eu
  • Jij hebt gehad =
  • Jij hebt gehad = tu as eu
  • U heeft gehad = 
  • U heeft gehad = vous avez eu

Slide 14 - Tekstslide

Au boulot
- exercices 32ab + 33b (= schrijf een tekstje over je vakantie. Heb je een leuke foto / foto's? neem die mee.


- apprendre voca EF (page 51) + grammaire H (page 46 + 53)

Slide 15 - Tekstslide