Herhaling 5.1 en 5.2
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Waaruit bestaat de regering?
A
De koning en minister- president
B
De regering bestaat uit De koning, de minister- president en de ministers
C
De ministers en minister-president
Slide 4 - Quizvraag
Welke twee taken heeft de regering?
A
Het land besturen
B
Wetten maken
C
Wetten handhaven
D
Wetten beoordelen
Slide 5 - Quizvraag
Het parlement controleert de regering
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
De koning heeft veel macht in Nederland
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Burgers kunnen direct stemmen op de:
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
Slide 8 - Quizvraag
Bij actief kiesrecht kun je jezelf verkiesbaar stellen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een coalitie
A
oneindigheid tussen partijen
B
Samenwerking tussen partijen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Link
Slide 12 - Tekstslide
Welke twee landen stuurden na WO II andere landen aan om hun kolonies op te geven?
A
Verenigde Staten en Groot-Brittannië
B
Verenigde Staten en de Sovjet Unie
C
Sovjet Unie en Groot-Brittannië
D
Frankrijk en Groot-Brittannië
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Hoe is Indonesië onafhankelijk geworden?
Slide 16 - Open vraag
Welk land werd vreedzaam onafhankelijk?
A
Indonesië
B
Israël
C
Vietnam
D
India
Slide 17 - Quizvraag
Curaçao is een zelfstandig land binnen het koninkrijk en Bonaire is een gemeente van Nederland.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Palestijnen hebben ruzie met Israël omdat ze nog geen onafhankelijke staat hebben in gedeelte van Israël
A
Juist
B
Onjuist
