8.2.3.

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Blok 8 - Week 2 - Les 3

Dictee

Herhaling: Woordsoorten & zinsdelen

Uitleg: Blz. 58

Woord 1

Woord 2

Woord 3

Zin 1

Hij deed zijn best.
lijdend voorwerp

Hij deed zijn best.
Tijd.

Zin 2

Hij treedt op in een jeans, terwijl het een behoorlijk chique gelegenheid is.
lijdend voorwerp

Hij treedt op in een jeans, terwijl het een behoorlijk chique gelegenheid is.
Voegwoord.

Zin 3

De clown bereidde zich voor op een spectaculair optreden.
meewerkend voornaamwoord

De clown bereidde zich voor op een spectaculair optreden.
tijd

Archeologen doen interessante vondsten bij uitgebreide opgravingen in Nijmegen.

1. interessante
2. vondsten
3. uitgebreide
4. opgravingen

Archeologen doen interessante vondsten bij uitgebreide opgravingen in Nijmegen.

1. interessante vondsten
2. in Nijmegen

Er worden veel Romeinse sieraden en gebruiksvoorwerpen gevonden, omdat de Romeinen in de eerste eeuw na Christus een grote nederzetting in Nijmegen hadden gebouwd.

Er worden veel Romeinse sieraden en gebruiksvoorwerpen gevonden, omdat de Romeinen in de eerste eeuw na Christus een grote nederzetting in Nijmegen hadden gebouwd.

Er worden veel Romeinse sieraden en gebruiksvoorwerpen gevonden, omdat de Romeinen in de eerste eeuw na Christus een grote nederzetting in Nijmegen hadden gebouwd.

Mijn oom liet mij in het museum twee bronzen munten uit de laatste periode van de Romeinse tijd zien.

1. bronzen
2. laatste

Mijn oom liet mij in het museum twee bronzen munten uit de laatste periode van de Romeinse tijd zien.

1. twee bronzen munten
2. in het museum

Mijn oom liet mij in het museum twee bronzen munten uit de laatste periode van de Romeinse tijd zien.

1. Mijn oom
2. mij

baps.secure.malmberg.nl