H3.4 - De stedelijke cultuur van Nederland

Planning
1. 5 minuten lezen
2. Bespreken en controle huiswerk
3. Uitleg 1e en 2e leerdoel 3.4
4. Aan de slag
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
1. 5 minuten lezen
2. Bespreken en controle huiswerk
3. Uitleg 1e en 2e leerdoel 3.4
4. Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

H3.4 - De stedelijke cultuur van Nederland

Slide 2 - Tekstslide

3.4 Stedelijke cultuur
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur (les 1)

Je kunt omschrijven welke religieuze vrijheid er was in Nederland (les 2)

Je weet welke migranten zich in Nederland vestigden en vooral ook waarom (les 2)

Slide 3 - Tekstslide

1. Welvaart en cultuur
Mentaliteit Nederland in de Gouden Eeuw: 
1. Soberheid (eenvoud) door het Calvinisme
2. Rijke burgers met veel geld (welvaart)

De kunst bloeide in de Nederlandse steden doordat rijke burgers veel schilderijen lieten maken en ook veel schilderijen kochten. Ook al kochten Calvinisten niet veel en er was geen koning!
De schilderkunst werd hierdoor het belangrijkste kenmerk van de stedelijke cultuur in Nederland. 
Literatuur en bouwkunst bloeide ook in de Gouden Eeuw.
= zegt iets over de cultuur

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

2. Religieuze vrijheid
Er is meer religieuze vrijheid in de Republiek dan in andere Europese landen

Wel gewetensvrijheid, maar geen godsdienstvrijheid. Wat is precies het verschil?

Staatsgodsdienst is het Calvinisme. Alleen deze mensen kunnen belangrijke functies krijgen

Ze lieten de Statenbijbel maken -> veel invloed op dagelijks leven

Rechten van niet gereformeerde mensen: katholieke bijeenkomsten werden gedoogd (toegelaten/geaccepteerd). Daarnaast verschilden de rechten per stad. Er werden schuilkerken gebouwd.






Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel 2
Was er nu wel of geen godsdienstvrijheid in de Republiek tijdens de Gouden Eeuw?

Slide 7 - Tekstslide

1. Lees 'migranten' van 3.4 uit het boek
2. Maak voor jezelf een samenvatting door de 4 groepen migranten op te schrijven die naar Nederland kwamen, dus welke groepen waren er? Noteer bij elke groep waarom ze kwamen.

Groepen migranten tijdens de Gouden Eeuw:
1.
2.
3.
4.

Klaar? Maak vraag 4 en 5 van 3.4

Slide 8 - Tekstslide



Maak online vragen 1 tot en met 4 van 3.4 uit het werkboek

Slide 9 - Tekstslide

Planning
1. 5 minuten lezen
2. Bespreken en controle huiswerk
3. Uitleg 2e en 3e leerdoel 3.4
4. Aan de slag in het werkboek

Slide 10 - Tekstslide

3.4 Stedelijke cultuur
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur (les 1)

Je kunt omschrijven welke religieuze vrijheid er was in Nederland (les 2)

Je weet welke migranten zich in Nederland vestigden en vooral ook waarom (les 2)

Slide 11 - Tekstslide

Planning
1. Bespreken en controle huiswerk (groepen migranten)
2. Specifieke vragen over de stof? Check de leerdoelen!
3. Maak de oefentoets online of doe de 'test jezelf' in het werkboek.

Slide 12 - Tekstslide

Migranten naar de Republiek
Pushfactoren: armoede, oorlog en geloofsvervolging
Pullfactoren: welvaart, veiligheid, werkgelegenheid, geloofsvrijheid

Migranten waren positief voor de economie:
ze namen kennis, kracht en aantallen mee.
Dus ze namen bijvoorbeeld kennis over lakens mee of namen zwaar werk over.


Slide 13 - Tekstslide

Migranten Gouden Eeuw
1. Hugenoten doordat het Calvinisme werd verboden in Frankrijk

2.  Joden uit Spanje en Portugal, omdat het daar verboden werd

3. Arme migranten uit Duitsland en Scandinavië, op zoek naar werk

4. 100000 migranten uit de Zuidelijke Nederlanden vanwege geloofsvervolging en oorlogsgeweld

Slide 14 - Tekstslide

Herhaling Leerdoelen
3.1
Je weet wie Lodewijk XIV was en hoe hij zijn macht vergrootte.
Je weet hoe de Engelse koning minder macht kreeg.
Je weet hoe Nederland werd bestuurd.

3.2
Je kunt beschrijven hoe de economie bloeide in Nederland in de 17e eeuw
Je weet hoe Nederlandse steden groeiden
Je weet hoe regels voor oorlogen ontstonden
Je weet hoe Nederland oorlog voerde met omringende landen

Slide 15 - Tekstslide

Herhaling Leerdoelen
3.3
Je kunt uitleggen hoe de handel tussen alle werelddelen groeide in de 17e eeuw 
Je weet hoe Europeanen hun activiteiten in Azië en Oost-Afrika uitbreidden (VOC) 
Je weet hoe Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden (WIC) 

3.4
Je kunt uitleggen hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur 
Je kunt omschrijven welke religieuze vrijheid er was in Nederland 
Je weet welke migranten zich in Nederland vestigden en vooral ook waarom 



Slide 16 - Tekstslide

Je kunt de volgende verdiepingsvragen maken:



1, 3, 5 en 6 van H3

Slide 17 - Tekstslide