Aan het einde van de les weet je welke biljetten en munten bij de 'Euro' horen.
Je leert dat een bedrag vaak wordt geschreven met een komma.
Slide 2 - Tekstslide
Activeren voorkennis
Hoe betaal jij in de winkel?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Aan de slag
Je gaat nu aan de slag met de opdrachten H6 Blz. 241 Je maakt opdracht 28 t/m 31
Daarna Studiemeter: Oefeningen Wisselgeld en Geld op de rekenmachine Ben je klaar? Lever je boek open in op de inleverplek. Je mag wat voor jezelf doen!
