Les Verslagleggen: Tekstvorm

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoe herken je de afbreekcriteria?

A
Ze hebben een afwijkende kleur
B
Ze zijn rood gekleurd
C
Ze hebben een steretje
D
De docent heeft ze aangekruist

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

"Een format is een bepaald document dat als voorbeeld dient. ... Dit document kan bijvoorbeeld een brief, folder, formulier, memo, etiket of uitnodiging in het programma Word zijn. Een format is gemakkelijk omdat het een leidraad is bij de indeling."

Klopt dit?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Is een bronvermelding hetzelfde als een literatuurlijst?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Welk programma raden wij aan voor jouw bronvermelding?
A
Scrabble
B
Scibbr
C
Skittle
D
bronvermelding Word

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wanneer moet je een bronvermelding aan je verslag toevoegen?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Link

Als meerdere bronnen dezelfde informatie bevatten, vermeld ik ze zo:
A
(Jansen, 2016), (Van der Berg, 2017), (Rutten, 2018)
B
(Jansen, 2016, Van der Berg, 2017, Rutten, 2018)
C
(Jansen, Van der Berg, Rutten, 2016,2017,2018)
D
(Jansen, 2016; Van der Berg, 2017; Rutten, 2018)

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Uit welke drie delen bestaat elk verslag?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Welk deel van je verslag schrijf je eerst?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 20 - Quizvraag

In welk deel van je verslag staan de antwoorden op de vragen van, bijvoorbeeld, een IO?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Is een bronvermelding hetzelfde als een literatuurlijst?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Welk programma raden wij aan voor jouw bronvermelding?
A
Scrabble
B
Scibbr
C
Skittle
D
bronvermelding Word

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer moet je een bronvermelding aan je verslag toevoegen?

Slide 26 - Open vraag

info 'Betrouwbare bronnen'

Slide 27 - Tekstslide

Noem (vier kenmerken van) een
betrouwbare site.
info 'Betrouwbare bronnen'

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Waarom kun je Wikipedia niet als (betrouwbare) bron gebruiken?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Welke vragen stel je om te kijken of een bron betrouwbaar is?

Slide 32 - Open vraag

Zijn kranten en tijdschriften betrouwbare bronnen?
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quizvraag

Social media zijn betrouwbare bronnen
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Welk van deze bronnen is het MINST betrouwbaar?
A
Volkskrant
B
NRC
C
De Telegraaf
D
NOS journaal

Slide 35 - Quizvraag

Door naar de bronnen van een tekst te kijken, kan je beoordelen hoe betrouwbaar de tekst of film is
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

De bronnen waarnaar verwezen wordt op een wikipedia-pagina zijn betrouwbaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Dit kun je bewijzen met bronnen: een ...
A
feit
B
mening/ standpunt
C
argument

Slide 38 - Quizvraag

Bronnen van voor 2010 zijn niet meer actueel en kan je beter niet gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Je wil betrouwbare bronnen zoeken voor een verslag over de vluchtelingencrisis.

Welke bronnen kun je het beste gebruiken?
A
Een artikel op een politieke site, van bijvoorbeeld, PvdV of Groen Links
B
Een tv-programma waarin mensen met verschillende meningen aan het woord komen.
C
Een twitterbericht van iemand vindt dat de politiek meer vluchtelingen moet toelaten.
D
Een wetenschappelijk verslag over een onderzoek over de meningen van kinderen over vluchtelingen.

Slide 40 - Quizvraag

Goede bronnen zijn subjectief
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Welk van onderstaande bronnen is het meest betrouwbaar?
A
Schoolboek
B
Scholieren.com
C
Weekblad Story
D
Facebook

Slide 42 - Quizvraag

Heb jij al eens op de goede manier naar bronnen verwezen in een van jouw verslagen?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet

Slide 43 - Quizvraag