3 mavo - 7.1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

bei Deutsch

3. Klasse mavo

Periode 3 

KW 7

vandaag:

LessonUp

werken uit boek

Blooket

Willkommen!

LernZiel:

Je kent de voorzetsels van de 3e en 4e naamval

Je hebt je werk bijna af voor week 7; Lektion 2 + DuoH6 

Heute:

LessonUp

arbeiten aus dem Buch

Blooket

Rebus:

 🪶     ⌚                             Let op plattegrond

de=b  h=a 

     

Studieplanner

KW 6 Lektion 1    = Seite 94-97 (in de les) und 127 + Duolingo hoofdstuk 5

KW 7 Lektion 2    = Seite 96-102 (in de les) und 127 + Duolingo hoofdstuk 6

KW 8 Lektion 3    = Seite 103-108 (in de les) und 127 + Duolingo hoofdstuk 7

KW 9 FrühlingsFerien

KW 10 Lektion 4    = Seite 109-114 (in de les) und 127, 128 (met zinnen)

KW 11 Lektion 5    = Seite 115-121 (in de les) und 127, 128 (met zinnen) 

KW 12 Lektion 6    = Seite 122-126 (in de les) und 127, 128, 129 (met zinnen)

KW 13, 14 wiederholung + Duolingo hoofdstuk 5, 6, 7 Legendary

KW 15 toetsweek

mit

nach

bei

seit

von

zu 

aus

durch 

für

ohne

um

bis

gegen

entlang

voorzetsels met de 4e naamval

voorzetsels met de 3e naamval

voorzetsels met de 4e naamval

voorzetsels met de 3e naamval

bei

aus

nach

zu

von

mit

seit

durch

für

gegen

ohne

um

bis

entlang

welke naamval komt er na dit voorzetsel?
mit

1. eerste
2. tweede
3. derde
4. vierde

welke naamval komt er na dit voorzetsel?
durch

1. eerste
2. tweede
3. derde
4. vierde

3e naamval

4e naamval

mir	mij
dir	jou
ihm	hem
ihr	haar
uns	ons
euch	jullie
ihnen	hun
Ihnen	u

mich	mij
dich	jou
ihn	hem
sie	haar
uns	ons
euch	jullie
sie	hun
Sie	u

mit	nach	bei	seit	von	zu	aus
met	naar	bij	sinds	van	naar	uit

durch	für	ohne	um	bis	gegen	entlang
door	voor	zonder	om	tot	tegen	langs

Welke combinatie klopt?

1. für ich
2. für mir
3. für dich

Welke combinatie klopt?

1. vor ich
2. vor mir
3. vor dich

Macht:

Duolingo H6

boek: Kapitel 3 Lektion 2

individueel in stilte

zacht overleggen

ga naar 

der nächste Unterricht

Boek + laptop + lader mee

Studieplanner bespreken

Ziel

Je weet wat je goed en fout hebt gedaan op de toets.

Hast du das Ziel erreicht?

das Ende

Wat vond je van de les?

Wat was er leuk?

Wat heb je geleerd?

Wat was er nuttig?

Heb je een tip voor iemand?

Heb je goed meegedaan?

Wat wist je al?

kies een vraag en bedenk het antwoord

tschüss!                   auf Wiedersehen!

tschüss!                   auf Wiedersehen!

ga naar 

hoofdstuk 1 -5 was huiswerk

Je moet elk rondje 'goud' maken door hem nog een keer te doen.

Vergeet de verhaaltjes niet!