Les Nederlands 14 januari 2021

Creatief schrijven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Creatief schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Onomatopee
Woord dat als je het uitspreekt 
lijkt op het geluid dat het benoemt.

Kukelekuu
kwaken, sissen, brommen,  
koekoek, bam!

Slide 2 - Tekstslide

Onomatopee

Slide 3 - Woordweb

Onderdelen van een verhaal

Slide 4 - Woordweb

Opera
Openingsfase
Probleem
Evolutie
Rust
Afloop


Slide 5 - Tekstslide

Openingsfase
Openingszin 'In medias res', of introductie van een personage/ plaats/ tijd.

Voorbeelden
Waar kom jij vandaan? Klonk het naast haar.

Dit huis is honderd jaar, zegt de huisbazin, die volgens mij minstens tachtig is.

Slide 6 - Tekstslide

Probleem
Er doet zich iets voor

Slide 7 - Tekstslide

Evolutie
Er moet dus actie worden ondernomen

Slide 8 - Tekstslide

Rust
De zaak wordt opgelost en afgerond

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
De deksel past weer op de doos.
De cirkel is weer rond
of
Open einde

Slide 10 - Tekstslide

Schrijfopdracht
  1. Schrijf 5 regels vanuit de opbouw: OPERA (Openingsfase, Probleem, Evolutie, Rust, Afsluiting
  2. Gebruik een kleur, een mythisch wezen, en een onomatopee
  3. breid je verhaal uit tot 10 zinnen. 

Slide 11 - Tekstslide

Einde

Slide 12 - Tekstslide

Iets laten zien/ voelen/ horen/ ruiken
3. Gebruik je zintuigen

Sue proefde iets citrusachtigs.

Nog beter:
Het spul beet in haar tong met een vaag citrusachtige smaak. 


Show is niet alleen laten zien maar ook laten horen, voelen, ruiken, proeven. Zonder die woorden letterlijk te gebruiken.

Slide 13 - Tekstslide

Direct zeggen: Achter zich hoorde hij zijn ouders praten.
Of:
Laten zien: Zijn ouders liepen achter hem en praatten met elkaar. 

Slide 14 - Tekstslide