Bewerkingen met veeltermen

Eentermen en veeltermen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Eentermen en veeltermen

Slide 1 - Tekstslide

Rekenen met veeltermen

Slide 2 - Tekstslide

Rekenen met eentermen 
Optellen/aftrekken
Enkel bij gelijksoortige eentermen!
    * Coëfficiënten optellen/aftrekken
    * Lettergedeelte behouden

Voorbeeld
5ac + 6ac = 11ac
16b²c - 6b²c = 10b²c

Slide 3 - Tekstslide

5c + 16c + 4c = ?

Slide 4 - Open vraag

-6x² - 3x² + x² = ?

Slide 5 - Open vraag

Rekenen met eentermen 
Vermenigvuldigen
    * Coëfficiënten vermenigvuldigen
    * Lettergedeelten vermenigvuldigen

Voorbeeld
5ac . 6a = 30a²c
-16b² . 6b = -96

Slide 6 - Tekstslide

2x . 6y = ?

Slide 7 - Open vraag

(5xy²)² = ?

Slide 8 - Open vraag

-3p . 5p = ?

Slide 9 - Open vraag

Rekenen met eentermen 
Machtsverheffing
    * Coëfficiënten verheffen tot de macht
    * Lettergedeelten verheffen tot de macht

Voorbeeld
(2x²)³ = 2³(x²)³ = 8x6
(-6c³d²)² = 36c6d4 

Slide 10 - Tekstslide

(5xy²)² = ?

Slide 11 - Open vraag

(-2abc)² = ?

Slide 12 - Open vraag

Herleid de volgende veelterm:

2a + 6 - 4a + 6b
A
2a + 12b
B
2a + 6b + 6
C
-2a + 6b + 6
D
10a²b

Slide 13 - Quizvraag

Herleid de volgende veelterm:

3x² + 6x - 8x³ + 2x - 2x²
A
-5x³ - 2x² + 8x
B
-8x³ + x² + 8x
C
-8x³ + 5x² + 8x
D
8x³ - x² + 8x

Slide 14 - Quizvraag

Veeltermen rangschikken 
Om een veelterm te rangschikken, schrijf je de veelterm volgens de dalende exponenten van eenzelfde letter. 

Voorbeeld:
2x² + 3x³ - 8x                      = 3x³ + 2x² - 8x                     
6a³ - 7a4 + 9 + 3a²            = ________________________________*

Slide 15 - Tekstslide

Graad van een veelterm 
De graad van een veelterm in x is de grootste exponent van x in die veelterm. 
Voorbeeld:
7x5 - 2x³ + 8                     = een veelterm van de ____ graad in x           

Om de graad te bepalen van een veelterm ga je deze eerst rangschikken. De graad is dan de exponent van de eerst term. 

Slide 16 - Tekstslide

Bepaal de graad van volgende veelterm in x:
4x³ + 6x + 12x² - 3
A
2de graad
B
3de graad
C
1ste graad

Slide 17 - Quizvraag

Bepaal de graad van volgende veelterm in y:

A
2de graad
B
1ste graad
C
3de graad
D
5de graad

Slide 18 - Quizvraag

Getalwaarde van een veelterm
De getalwaarde van een veelterm is het getal dat je verkrijgt als je de variabelen vervangt door de gegeven waarden en de bewerkingen uitvoert.
Voorbeeld:
De getalwaarde van 2x + 5               voor x = 4                        is 13
De getalwaarde van a + 2b               voor a = 2 en b = -3     is ______*  De getalwaarde van 2x² - 3x + 4     voor x = 3                        is ______             

Slide 19 - Tekstslide

De getalwaarde van 8x² + 4

voor x = 2 is
A
32
B
36
C
20
D
40

Slide 20 - Quizvraag

Welke tussenstap gebruik je om deze bewerking uit te rekenen?
(x² - x + 9) + (7x - 1)
A
x² - x + 9 - 7x - 1
B
x² - x + 9 + 7x - 1
C
x² - x + 9 + 7x + 1
D
-x² + x - 9 + 7x - 1

Slide 21 - Quizvraag

De getawaarde van 2y³ + 3z + 10

voor y = -1 en z = 4
A
24
B
22
C
20
D
26

Slide 22 - Quizvraag

Welke tussenstap gebruik je om deze bewerking uit te rekenen?
(x² - x + 9) - (7x - 1)
A
x² - x + 9 - 7x + 1
B
x² - x + 9 + 7x + 1
C
x² - x + 9 - 7x - 1
D
-x² + x - 9 - 7x + 1

Slide 23 - Quizvraag

Reken uit:
-5a² . (-8ax³)
A
-40a³x³
B
40a²x³
C
40a³x³
D
-40a²x³

Slide 24 - Quizvraag

Reken uit:
5x(-9y+7x²)
A
45xy + 35x²
B
45xy + 35x³
C
-45yx + 35x²
D
-45xy + 35x³

Slide 25 - Quizvraag

Reken uit: (7x²)²
A
49x^4
B
14x^4
C
49x²
D
14x²

Slide 26 - Quizvraag

(5x - x²) - (-3x² + 7x) = ?

Slide 27 - Open vraag

(14y² + 5y - 6) + (-4y² - 3y + 12) = ?

Slide 28 - Open vraag

-7a(3a^4 - 7a³ - 63a²) = ?

Slide 29 - Open vraag

1/3b^4(-12b² + 27b - 9) = ?

Slide 30 - Open vraag

(x² - 3) (5x² - 7) = ?

Slide 31 - Open vraag

(x² -x).2x + (x - 2)(7 - 4x) = ?

Slide 32 - Open vraag