Passive 2
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Je gebruikt de passive als het belangrijker is
A
WIE het doet
B
WAT er gebeurt
Slide 5 - Quizvraag
Hoe maak je de passive?
A
have/has + verleden tijd
B
'to be' + voltooid deelwoord
C
'to be' + onregelmatig werkwoord
D
have/has + passief werkwoord
Slide 6 - Quizvraag
In de passive staat altijd een...
A
heel werkwoord
B
infinitief
C
voltooid deelwoord
D
ww+ing
Slide 7 - Quizvraag
Welke van deze zinnen is een PASSIVE?
A
I walked to school yesterday
B
Last month my father bought a book for me
C
The letter was sent an hour ago
D
A man stole my wallet
Slide 8 - Quizvraag
Which sentence is passive?
A
I had not closed the window.
B
The window had not been closed by me.
C
I didn't close the window.
D
The window isn't closed.
Slide 9 - Quizvraag
Een Passive
A
is een zin waarin het onderwerp actief is
B
is een zin met 2 onderwerpen
C
is een zin die zowel passief als actief kan zijn
D
is een zin waarin het onderwerp passief is
Slide 10 - Quizvraag
0
Slide 11 - Video
Cedric ... murdered by Voldemort.
