Par. 3.1 Oppervlakte driehoeken met hoogte

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Uitwerking enkele opgaven

Opgave  12

• Zijde van de driehoek is EF, omdat de rechthoek op deze zijde staat. 
• de bijbehorende hoogte van zijde EF is GH.
• Oppervlakte van driehoek is: 0,5 x  6 x 4 = 12 cm2

Opgave  13

• Zijde van de driehoek is ML, omdat de rechthoek op deze zijde staat. Dus totale zijde is 12 + 30 = 42 mm. 
• de bijbehorende hoogte van zijde ML is KN.
• Oppervlakte van driehoek is: 0,5 x  16 x 42 =  336 mm2

Opgave  22

• Dit is een driehoek met een stompe hoek M (groter dan 90 graden).
  
• We weten alleen de zijde ML, namelijk 3 cm. De lengte van andere zijden is onbekend.
• We weten de hoogte niet. In de driehoek zelf staat geen vierkantje op de zijde.
  
• Daarom wordt de zijde van de driehoek verlengd en wordt daar een vierkantje gezet.
  
• We weten nu de hoogte, dat is 3 cm. Zijde was ML en dat is ook 3 cm. 
• Dus oppervlakte is 0,5 x 3 x 3 = 4,5 cm2

Opgave  24

• Dit is een driehoek met een stompe hoek A (groter dan 90 graden). 
• We weten wat de zijde is, te weten 29 mm.
• We weten de hoogte niet. In de driehoek zelf staat geen vierkantje op de zijde. 
• Daarom is de zijde van de driehoek verlengd en is daar een vierkantje gezet. 
• We weten nu de hoogte, dat is 21 mm. 
• Dus oppervlakte is 0,5 x 21 x 29 = 304,5 mm