Er voor zorgen dat mannen niet teveel macht hebben
C
Er voor zorgen dat iedereen mag stemmen
D
Er voor zorgen dat de rechter de meeste macht heeft
Slide 23 - Quizvraag
Wat zijn de grondrechten volgens John Locke?
A
Recht op religie, Recht op onderwijs, Recht op gezondheid
B
Recht op vrijheid, Recht op leven en Recht op bezit
C
Recht op veiligheid, Recht op werk, Recht op privacy
D
Recht op macht, Recht op rijkdom, Recht op gelijkheid
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een revolutie?
A
Een kleine verandering waar veel mensen mee te maken hebben.
B
Een kleine verandering waar weinig mensen mee te maken hebben.
C
Een grote verandering waar weinig mensen mee te maken hebben.
D
Een grote verandering waar veel mensen mee te maken hebben.
Slide 25 - Quizvraag
Wat is Continuiteit
A
Een situatie waarin alles hetzelfde blijft
B
Een situatie waarin dingen anders verlopen
C
Een situatie waarin dingen niet lopen zoals geplanned
D
Een situatie waarin dingen lopen zoals geplanned
Slide 26 - Quizvraag
Wat is centralisatie?
A
Besturen vanuit één plek
B
Zelfvoorzienend
C
Feodalisme
D
Overal dezelfde wetten
Slide 27 - Quizvraag
Wat is het absolutisme?
A
De koning heeft alle macht en hoeft enkel verantwoording af te leggen aan God
B
De koning heeft alle macht, ministers zijn er om te adviseren
C
De koning laat de adel in Versailles wonen om zo zijn macht uit te oefenen
D
De koning kan alleen beslissen om oorlogen te voeren
Slide 28 - Quizvraag
Waarom past de Code Napoleon bij de Verlichtingsideeën?
Slide 29 - Open vraag
Wat is de Code Napoleon?
A
De Code Napoleon is een oorlogstactiek die Napoleon gebruikte om zijn vijanden te verslaan.
B
De Code Napoleon is een wetboek dat de gelijkheid van burgers benadrukte en de privileges van de adel en geestelijkheid afschafte.
C
De Code Napoleon is een religieuze tekst die Napoleon opstelde om zijn volk te controleren.
D
De Code Napoleon is een politiek systeem dat Napoleon introduceerde om zijn macht te vergroten.
Slide 30 - Quizvraag
Door Napoleon:
A
Gebruiken we maten als meter, liter en kilo in Nederland
B
Heeft iedereen in Nederlandeen achternaam moeten nemen
C
Rijden we rechts op de wegen in Nederland
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 31 - Quizvraag
Lees: Napoleon Verslagen. Zet de volgende gebeurtenissen over Napoleon in de juiste tijdsvolgorde van vroeger naar later: A Generaal Napoleon grijpt de macht in Frankrijk. B Napoleon kroont zichzelf tot keizer. C Napoleon wordt bij Waterloo verslagen. D Napoleon wordt dictator. E Napoleons leger wordt in Rusland vernietigd.