Het bezittelijk vnw richt zich in het Spaans naar het zelfstandig naamwoord
Als het zelfstandig nw in het meervoud staat, dan zet je het bezittelijk vnw óók in het meervoud:
Mi clase - miS claseS tu libro - tuS libroS su padre - suS padreS
Bij de vorm ONZE en JULLIE, wordt dit naast meervoud ook nog MANNELIJK of VROUWELIJK:
Nuestros abuelos - Onze opa's / Vuestros amigos - Jullie vrienden
Nuestras abuelas - Onze oma's / Vuestras amigas - Jullie vriendinnen