Domein 3, verhoudingen hfst 11

Verhoudingen start
              
Hoofdstuk 11
                Smartrekenen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verhoudingen start
              
Hoofdstuk 11
                Smartrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeelden van vaste verhoudingen
  • prijs en gewicht (fruit, groente)
  • prijs en aantal 
  • ingrediënten in een recept en aantal personen
  • liter brandstof en aantal kilometers (auto, scooter)
  • limonade: sap en water
  • snelheid per minuut/seconde/uur (verkeer, iets downloaden)
  • procent = per 100      1 %  = 1 per 100

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhoudingen
Je komt verhoudingen  ook veel tegen bij het koken, in recepten

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig.

Dit is een verhouding tussen het aantal personen en het aantal
gram noedels. Met deze verhouding kan je uitrekenen hoeveel
noedels je nodig hebt voor verschillende aantallen personen.
                                                                

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van verhoudingen
De auto rijdt 1 op 18.   Dat betekent: met 1 liter brandstof rijdt de auto 18 kilometer
met 3 liter brandstof kan de auto dus ook 3 x zo ver rijden: 3 x 18 = 54 kilometer

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je wel eens met een verhoudingstabel gewerkt?
A
ja
B
nee
C
ik weet het niet meer

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoorbeeld
Je kookt voor 6 personen, hoeveel gram noedels heb je nodig?


Eerst reken je het aantal personen om naar 1, vervolgens naar 6.

Slide 8 - Tekstslide

Je kan ook het aantal personen omrekenen naar 2, dan vermenigvuldig je daarna met 3 in plaats van 6.

Je kan ook in een keer vermenigvuldigen met 1,5.
Abrikozen kosten €4,50 per 500 gram.
Wat moet je betalen voor 250 gram?

Probeer het met een verhoudingstabel
A
€3,50
B
€2,50
C
€2,25
D
€2,75

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken uit met een verhoudingstabel:

1 kilo appels kost € 1,70. Hoeveel kost 2,5 kilo?
A
€ 4,25
B
€ 4,10

Slide 10 - Quizvraag

Je kan het getal direct vermenigvuldigen met 2,5. Je kan het ook eerst vermenigvuldigen met 2, dan apart vermenigvuldigen met 0,5 (delen door 2), en deze antwoorden bij elkaar optellen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 op de 4 ballen rood. Totaal 40 ballen. Hoeveel zijn er rood?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed begrijp je nu Verhoudingen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Nu oefenen in hfst 11
Smart Rekenen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies