Tekstsoorten herkennen 1 H4E

Welkom
Pak alvast je leesboek, boek
 en  een pen en papier.

                                                    Nederlands havo 4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak alvast je leesboek, boek
 en  een pen en papier.

                                                    Nederlands havo 4

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Tekstsoorten
Doel: ik kan de verschillen tussen een uiteenzetting, betoog en beschouwing herkennen en toepassen. 

Doel: ik ken de betekenis van lastige woorden en uitdrukkingen. 



Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak opdracht 1 van het blad.
  • Klaar? Ga alvast verder met opdracht 2.
     We gaan het zo bespreken.


timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Tekstsoorten
1. Betoog: overtuigen
    hoofdgedachte: mening
2. Uiteenzetting: informeren
     hoofgedachte: constatering (feit)
3. Beschouwing: opiniëren (van meerdere kanten bekijken)
     hoofdgedachte: zowel... als ... (evenwichtig)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Opdracht
  • Maak opdracht 2 af. 
  • Klaar? Neem H1 P2 uit je boek door. Maak aantekeningen van de theorie. 


timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
H1 Lezen, P2

  • Maak in tweetallen opdracht  1/3/5/7/9
  • We gaan ze zo bespreken

Slide 8 - Tekstslide

Bespreken
opdracht 1. bijbaantjes (van scholieren/studenten)
opdracht 3. het tekstonderwerp noemen
De tekst bevat vooral veel uitleg over het onderwerp.
Wie 16 is en een bijbaantje wil, kan kiezen uit allerlei mogelijkheden, maar daarbij gelden er wel regels die te maken hebben met de aard van het werk en het salaris.
tekstdoel = informeren
tekstsoort = uiteenzetting


Slide 9 - Tekstslide

Bespreken
opdracht 5. tot nadenken aanzetten. In de tekst geven diverse deskundigen of betrokkenen hun visie op het onderwerp. Over het antwoord op de vraag of een bijbaan belangrijk kan zijn voor je opleiding en latere carrière zijn de meningen verdeeld.
tekstdoel = opiniëren
tekstsoort = beschouwing

 

Slide 10 - Tekstslide

Bespreken
opdracht 7. de mening van de auteur weergeven
De auteur van de tekst neemt een standpunt in over het onderwerp.
Scholieren moeten hun bijbaan opgeven en in plaats van werk beloond worden voor school.
tekstdoel = overtuigen
tekstsoort = betoog

Slide 11 - Tekstslide

Bespreken
opdracht 9. 
1. Ja, want de tekst bevat veel informatie, voornamelijk feiten.
2 Nee, want er staat nergens een mening die onderbouwd wordt met argumenten.
3 Ja, want de tekst bevat voor- en nadelen van een aantal bijbaantjes, op grond waarvan de lezer zich een mening kan vormen / een keuze kan maken.
4 B Er zijn goedbetaalde en minder goedbetaalde vakantiebaantjes en aan elk baantje zitten voor- en nadelen.
5 A informeren en opiniëren  6 C een uiteenzetting en een beschouwing

 

Slide 12 - Tekstslide

Bespreken

Wat maakt een betoog anders dan een beschouwing?


Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
  • Opdracht 1/3/5/7/9
  • Lastige woorden gemarkeerd (H1 P2 opdracht 2/4/6/8)

26 januari boek 2 uit

Slide 14 - Tekstslide