1.4 Gezonde Longen

1.4 Gezonde Longen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.4 Gezonde Longen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Lucht gaan 
erin en eruit
Haarvat
Longblaasje
Zuurstof
Koolstofdioxide

Slide 3 - Sleepvraag

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 4 - Quizvraag

Ademhalen door de mond is gezonder dan ademhalen door de neus.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

5.
4. Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 6 - Sleepvraag

Ademhaling waarbij 
het middenrif beweegt
Stevig, gespierd vlies dat 
de borstholte van de buikholte scheidt
Ademhaling waarbij de ribben 
en het borstbeen bewegen
Middenrifspieren
Buikademhaling
Borstademhaling

Slide 7 - Sleepvraag

ademhaling start bij je
A
longen en mond
B
mond en neus
C
longblaasjes en mond
D
neus en luchtpijp

Slide 8 - Quizvraag

Zuurstof uit                         wordt afgegeven aan 
Koolstofdioxide uit                   wordt afgegeven aan 
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats.
de lucht
het bloed
 het bloed
de lucht

Slide 9 - Sleepvraag

slijmvlies aan de binnenkant van de neusholte
verversen van lucht in de longen
organen waarmee alle zoogdieren ademhalen
opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
zij zorgen dat door beweging het slijm naar de keelholte wordt vervoerd
haren in de neus die grote stofdeeltjes tegenhouden
neusslijmvlies
ademhaling
longen
gaswisseling
trilharen
neusharen

Slide 10 - Sleepvraag

slikken
ademhalen
verslikken

Slide 11 - Sleepvraag

Wat voor ademhaler ben jij?
A
Borstademhaler
B
Buikademhaler

Slide 12 - Quizvraag

Leerdoel
8 Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden.

Slide 13 - Tekstslide

Door verschillende oorzaken kunnen longen en luchtwegen minder goed functioneren. Iemand wordt dan benauwd of moet vaak hoesten. Je kunt zelf iets doen om je luchtwegen gezond te houden.

Slide 14 - Tekstslide

Schone Longen
Het belangrijkste dat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden, is niet roken. In rook van tabak zitten duizenden (!) stoffen die schadelijk zijn voor je longen.

In de rook van tabak zitten kleine druppeltjes teer: een vettige zwarte stof. De teer beschadigt de binnenkant van de luchtwegen .  

Slide 15 - Tekstslide

Schone longen
Door roken van tabak (sigaret, waterpijp) kun je hart- en vaatziekten en longziekten krijgen. Dit zijn vaak ongeneeslijke ziekten, waaraan je kunt overlijden. Minstens veertig stoffen zijn ook nog kankerverwekkend. Daarom roken steeds minder mensen.

Slide 16 - Tekstslide

Bewegen
Bewegen is goed voor je gezondheid, en ook voor de gezondheid van je longen. Door sporten en bewegen krijg je een betere conditie. Je longen worden sterker. Bij flinke inspanning heeft je lichaam veel zuurstof nodig. Daardoor ga je dieper ademhalen. Sporten versterkt zo de ademhalingsspieren. Het zorgt er ook voor dat de longinhoud groter wordt.
Pas wel op met luchtvervuiling (smog).
Je kunt je longen ook sterker maken door zingen of door een blaasinstrument te bespelen. 

Slide 17 - Tekstslide

Frisse lucht
In huis en in een klaslokaal is frisse lucht heel belangrijk. Als je urenlang met dertig leerlingen in een lokaal zit, komt er veel koolstofdioxide in de lucht. De hoeveelheid zuurstof neemt af. Hierdoor kun je last krijgen van concentratieverlies, hoofdpijn en vermoeidheid. Bacteriën en virussen kunnen zich gemakkelijker verspreiden.

Om de lucht fris te houden, moet je ventileren. . Dat betekent: ‘oude’ lucht vervangen door verse lucht. 

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat? 1.4 Gezonde longen - opdrachten 1 t/m 10.
Opdracht 4 gaat in je mapje!
Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Kijk het dan na!
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide