In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.
Het juiste antwoord is c.
Geen verschoningsrecht heeft een politieambtenaar. Hij heeft wel een beperkt verschoningsrecht bij bedreigde/afgeschermde getuigen.
Art. 218 Sv, art. 219 a Sv
Het juiste antwoord is c.
Art. 2 Ambtsinstructie
Het juiste antwoord is a.
Art. 8 Politiewet. Voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitoefening van de politietaak.
7)Een verdachte ter zake inbraken wordt buiten heterdaad aangehouden. Zijn de opsporingsambtenaren bevoegd tot een opsporingsonderzoek aan de kleding van deze verdachte?
Het juiste antwoord is a.
8)Aan het politiebureau komt een slachtoffer aangifte doen van een klachtmisdrijf. Welk alternatief is juist?
Het juiste antwoord is c.
Art. 164 SV
9)Wat is een absoluut klachtmisdrijf?
Het juiste antwoord is a.
art. 285b lid 2 Sr
10)Wat is géén relatief klachtmisdrijf?
Het juiste antwoord is d.
art. 316 Sr
Het juiste alternatief is c.
art. 7 lid 3 PW en art. 55b Sv
12)De verdachte zal voor een vordering inbewaringstelling worden geleid voor de RC. Binnen welke termijn moet die voorgeleiding plaatsvinden?
Het juiste antwoord is a.
Uiterlijk binnen drie dagen en 18 uur, te rekenen vanaf het tijdstip van de aanhouding, wordt de verdachte teneinde te worden gehoord voor de RC geleid.
Zakboek hulpOvJ 4.29.
Zakboek opsporingsambtenaar 4.21.
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Slide
Het juiste antwoord is a.
Uiterlijk binnen drie dagen en achttien uur, te rekenen vanaf het tijdstip van de aanhouding wordt de verdachte teneinde te worden gehoord voor de RC geleid.
Zakboek hulpOvJ 4.29.
Zakboek opsporingsambtenaar 4.21.
13)Wanneer gaat de tijd voor het ophouden voor onderzoek van een aangehouden verdachte lopen?
a. Vanaf de aanhouding.
b. Bij aankomst op de plaats waar het onderzoek verricht gaat worden.
c. Bij aankomst op het politiebureau.
d. Vanaf het bevel ophouden voor onderzoek.
Het juiste antwoord is d.
De termijn voor het ophouden voor onderzoek begint te lopen op het moment waarop de (hulp)OvJ beveelt dat de verdachte wordt opgehouden voor onderzoek (en dus niet vanaf de aankomst op de plaats verhoor/onderzoek) (HR 31-08-04, LJN AP1213).
Zakboek hulpOvJ 4.13.
Zakboek opsporingsambtenaar 4.13.
14)Een particuliere bewaker van een grootwinkelbedrijf houdt op heterdaad een winkeldievegge aan. Is deze bewaker bevoegd tot inbeslagneming van de bij de winkeldiefstallen gestolen goederen?
Het juiste antwoord is A.
15)Welke stelling is juist?
Het juiste antwoord is b.
De Awbi is algemeen van toepassing, tenzij daarvan in andere wetgeving is afgeweken. Zie art. 55a lid 2 SV. De Awbi bevat dwingende regels die in acht moeten worden genomen bij het betreden van woningen.
17)De politie wil gestolen smartphones bij één van de medeverdachten in beslag nemen. Aan welke voorwaarde(n) moet zijn voldaan voordat tot inbeslagneming van die smartphones mag worden overgegaan?
a. De smartphones moeten vatbaar zijn voor inbeslagneming
b. Degene die in beslag wil nemen moet daartoe bevoegd zijn.
c. Alternatief a én b.
d. Alternatief a én b waarbij er tevens een bewijs van ontvangst moet worden uitgereikt én een kennisgeving van inbeslagneming moet worden opgemaakt
18)Tijdens het pinnen is het slachtoffer onder bedreiging met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp door twee verdachten beroofd van het gepinde geld. Tezamen met het slachtoffer stelt de ter plaatse gekomen politie in de omgeving van de pinautomaat een onderzoek in naar de dader. Op aanwijzing van het slachtoffer wordt een paar straten verder één van de verdachten fietsend aangetroffen. Welk alternatief is juist?
a. Staande houden van een verdachte mag niet buiten heterdaad plaats vinden.
b. Een opsporingsambtenaar moet er voor zorgdragen dat een door hem aangehouden verdachte door hem persoonlijk voor een hulpOvJ wordt geleid.
c. Een burger is niet bevoegd tot aanhouding van een verdachte.
d. Verzet tegen een opsporingsambtenaar die onrechtmatig aanhoudt, is niet strafbaar.
b. Een opsporingsambtenaar moet er voor zorg dragen dat een door hem aangehouden verdachte ten spoedigste voor een hulpOvJ wordt geleid, hij hoeft dat niet persoonlijk te doen.
c. Een burger is wél bevoegd tot aanhouding van een verdachte, echter alleen bij ontdekking op heterdaad.
d. Verzet tegen een opsporingsambtenaar die onrechtmatig aanhoudt, is inderdaad niet strafbaar (maar zou wel mishandeling kunnen opleveren, zie ook het zakboek Strafrecht).
Zakboek hulpOvJ 4.2 t/m 4.6.
Zakboek opsporingsambtenaar 4.2 t/m 4.6.
19)Door een tweetal andere in de omgeving surveillerende agenten wordt aan de hand van het opgegeven signalement de tweede verdachte uit vraag 1 aangetroffen. Er is inmiddels ruim twee uur verstreken na de beroving. Kan hier toch nog sprake zijn van ontdekking op heterdaad?
a. Nee, omdat dit andere opsporingsambtenaren zijn dan de opsporingsambtenaren die met het slachtoffer op zoek waren naar de verdachten.
b. Nee, tenzij er vrijwel onafgebroken naar de verdachte gezocht is.
c. Ja, mits de opsporingsambtenaren het feit ook zelf op heterdaad ontdekt hebben.
d. Ja, omdat er nog geen drie uur verstreken zijn na de ontdekking van het strafbare feit.
Het juiste antwoord is b.
a. Voor ontdekking op heterdaad wordt niet vereist dat dezelfde opsporingsambtenaar met het onderzoek bezig moet zijn geweest. Overneming van het onderzoek door andere opsporingsambtenaren doet aan het wel of niet aanwezig blijven van ontdekking op heterdaad niets af.
b. Als het feit zelf op heterdaad ontdekt is en naar aanleiding daarvan vrijwel onafgebroken opsporingshandelingen naar de verdachte verricht worden, blijft ontdekking op heterdaad enige tijd aanwezig. Een aantal uren later kan er aldus toch nog worden overgegaan tot aanhouding op heterdaad.
c. Het zelf op heterdaad ontdekken van het strafbare feit is géén eis om toch nog op heterdaad te mogen aanhouden.
d. 3 uur is geen zelfstandig criterium, het zou onder omstandigheden zowel langer als korter kunnen zijn. Een goede verwerking van de heterdaadsituatie in het pv is in dit soort gevallen natuurlijk onmisbaar.
Zakboek hulpOvJ 4.4.
Zakboek opsporingsambtenaar 4.4.
20) De aangehouden inbreker moet verder van zijn vrijheid beroofd worden. Welke stelling is juist?
I. Uitsluitend de OvJ of hulpOvJ is bevoegd te bevelen dat de verdachte wordt opgehouden voor onderzoek.
II. Nachtelijke uren (tussen 00.00 en 09.00 uur) die voor onderzoek gebruikt worden, moeten van de ter beschikking staande onderzoekstermijn afgetrokken worden.
a. Uitsluitend stelling I is juist.
b. Uitsluitend stelling II is juist.
c. Stelling I en II zijn juist.
d. Stelling I en II zijn niet juist.
Het juiste antwoord is a.
I. Inderdaad is uitsluitend de OvJ of hulpOvJ bevoegd te bevelen dat de verdachte wordt opgehouden voor onderzoek.
II. Voor de berekening van de onderzoekstermijn wordt de tijd tussen middernacht en negen uur 's morgens niet meegerekend (art. 56a Sv), tenzij de verdachte door het onderzoek van zijn nachtrust is beroofd. Te denken valt hierbij niet alleen aan het verhoor van de verdachte gedurende die uren maar ook aan andere onderzoekshandelingen welke de verdachte van zijn nachtrust beroven zoals het afnemen van vingerafdrukken, confrontatie, geuridentificatie, enz. ‘In beginsel dient de voor nachtrust bestemde tijd ook voor nachtrust van de ingeslotene te worden gebruikt’. Andere onderzoekshandelingen die de nachtrust van de verdachte niet verstoren (zoals het verhoor van een getuige/aangever, een buurtonderzoek, sporenonderzoek, doorzoeking, enz.) behoeven m.i. niet van de onderzoekstermijn te worden afgetrokken.
Zakboek hulpOvJ 4.13.
Zakboek opsporingsambtenaar 4.13.