MZ EHBO Inwendige wonden

Inwendige wonden
Vandaag: hoofdstuk 28.
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inwendige wonden
Vandaag: hoofdstuk 28.

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 28 inwendige wonden en overige letsels en verwondingen
  • Kennis over verschillende soorten inwendige wonden
  • Kennis over hoe te handelen bij inwendige wonden
  • EHBO bij inwendige wonden
  • Overige letsels en verwondingen
  • Vreemde stoffen
  • Vergiftiging
  • Preventie van ongevallen
  • Nazorg en verwerking

Slide 2 - Tekstslide

Wat valt onder inwendige verwondingen?

Slide 3 - Woordweb

Inwendige verwonding
Een inwendige verwonding is een verwonding waarbij sprake is van inwendig bloedverlies. 
Bij inwendig bloedverlies komt het bloed buiten de bloedvaten terecht, maar blijft in het lichaam. 
Een inwendige verwonding is niet altijd zichtbaar maar kan wel ernstig zijn!
Wel zichtbaar --> Blauwe plek en kneuzing
Niet zichtbaar --> Hartinfarct, hersenbloeding

Slide 4 - Tekstslide

Soorten inwendige verwondingen
Blauwe plek
Beknelde vinger
Verstuiking en kneuzing
Ontwrichting
Botbreuk
Hersenletsel
Hartinfarct
Hartstilstand
Ongeval met elektriciteit
 

Slide 5 - Tekstslide

Blauwe plek
  • Een blauwe plek is een blauwe of grauwe verkleuring van de huid door het kapotgaan van de bloedvaten in of direct onder de huid, als reactie op een stoot of val.
  • Een blauwe plek is meestal onschuldig en verdwijnt na 2-4 weken. 
  • Een buil is een plaatselijke zwelling door een bloeduitstorting in het weefsel. De oorzaak is een slag of stoot.
  • Een buil kan samen gaan  met een blauwe plek
  • De ophoping van bloed onder de huid is het gevolg van een scheurtje in een bloedvatwand. 

Slide 6 - Tekstslide

Bij een Buil is het verstandig om te koelen met een koud kompres. Welke verschillende koud kompressen zijn er?

Slide 7 - Open vraag

Mag je ijs direct op de huid leggen bij het koelen?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Beknelde vinger
Een beknelde vinger is een uiterst pijnlijk letsel. Dit komt omdat zich in de vinger bloed ophoopt dat niet weg kan stromen.

Wat te doen:
  • houd de gewonde hand meteen hoog, zodat het bloed in de richting van de hand kan wegstromen;
  • houd de vinger(s) zo snel mogelijk een paar minuten onder een koud stromende kraan om zwelling en pijn te verminderen.

Een beknelde vinger kan gebroken zijn. Een aanwijzing voor een gebroken vinger is als een half uur na het ontstaan van het letsel de zwelling nog niet weg is en bewegen moeilijk gaat. 

Slide 9 - Tekstslide

Verstuiking en kneuzing
Kneuzing --> is een beschadiging van het onderhuids weefsel door een val, slag of stoot (bijvoorbeeld van een hamer op de duim)
Verstuiking -->ontstaat wanneer in een gewricht door een verkeerde beweging (bijvoorbeeld een misstap) de gewrichtsbanden te ver zijn uitgerekt. Dit wordt ook wel ‘verrekking’ of ‘verzwikking’ genoemd.

Bij een kneuzing en een verstuiking zijn de verschijnselen dezelfde: het slachtoffer heeft pijn aan het getroffen lichaamsdeel, het getroffen lichaamsdeel zwelt op (soms pas later) en verkleurt. Er is ook sprake van functieverlies

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een kneuzing en een verstuiking?

Slide 11 - Open vraag

EHBO bij verstuiking en kneuzing
Leg het getroffen lichaamsdeel hoog en houd het hoog terwijl je de volgende handelingen uitvoert.
Verwijder sieraden.
Koel het gewricht met koud water, een coldpack of ijs gedurende ten minste tien minuten.
Leg na het koelen een drukverband aan.
Leg een been op een stoel en een arm in een mitella of brede das om het lichaamsdeel hoog te houden.
Stuur het slachtoffer bij een ernstige verstuiking door naar een huisartsenpost of naar de spoedeisende hulp (SEH).


Slide 12 - Tekstslide

Ontwrichting
Bij een ontwrichting (ook wel ‘uit de kom’ genoemd) wordt de structuur van een gewricht uit elkaar gerukt. Hierbij raken omliggende spieren, zenuwen en bloedvaten beschadigd.

Bij grotere gewrichten --> schouder en knie, en kleine gewrichten, zoals pink, duim en vingers.
EHBO --> Zo min mogelijk beweging (spalken, vastmaken)
En naar de SEH. 

Slide 13 - Tekstslide

Botbreuk
Gesloten botbreuk: het bot is op een of meer plaatsen gebroken, maar de huid is hierbij niet beschadigd.
 

Open botbreuk: bij deze breuk is er een open verbinding tussen het bot en de buitenlucht. Vaak ontstaat zo’n open verbinding doordat een scherp deel van een botstuk door de huid heen prikt.

Slide 14 - Tekstslide

Open botbreuk
Gesloten Botbreuk

Slide 15 - Tekstslide

Hersenletsel
Hersenletsel kan ontstaan door uitwendig geweld (bijvoorbeeld een val op het hoofd), maar ook door ziekteprocessen in het lichaam (bijvoorbeeld een CVA).

Hersenschudding --> Letsel tijdelijk en geen blijvende schade. 



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat is de lichtste vorm van hersenletsel
A
TIA
B
CVA
C
Hersenschudding
D
Hersentumor

Slide 18 - Quizvraag

Hartinfarct/ hartaanval
 Een hartinfarct is een acute aandoening, waarbij een deel van de hartspier afsterft door onvoldoende aanvoer van zuurstofrijk bloed.
Oorzaak = afsluiting in 1 of meer kransslagaders

Slide 19 - Tekstslide

Verschijnselen van een hartinfarct zijn:

  • Beklemmende, drukkende of benauwende pijn midden in de borst, achter het borstbeen. De pijn straalt uit naar hals, rug of armen (meestal de linkerarm) en houdt lange tijd aan;
  • angst en onrust;
  • zweten, misselijkheid en braken;
  • shockverschijnselen (zwakke, snelle pols, bleekheid en een koude en klamme huid);
  • kortademigheid en benauwdheid.




Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Linkerboezem
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Aorta
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Longslagader
Longader

Slide 23 - Sleepvraag

Hartstilstand
Hart stop plotseling met kloppen. 
Situaties waarin een hartstilstand kan optreden zijn:
verdrinking;
koolmonoxidevergiftiging;
zeer ernstige allergische reacties;
verslikking;
verstikking;
elektriciteitsongevallen;

overdosis alcohol, medicijnen of drugs.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Ongeval met elektriciteit
Een elektriciteitsongeval kan enorm in ernst variëren. Soms krijgt iemand alleen een schok, in andere gevallen ontstaan brandwonden en soms veroorzaakt een elektriciteitsongeval een hartstilstand.
De ernst van het letsel door elektrische stroom hangt onder andere af van:
de hoogte van de spanning;
hoe lang er contact is geweest met de stroom;
de weg die de stroom door het lichaam gaat.

Bij elektriciteit is het eigen veiligheid als eest belangrijk. Schakel altijd als eerst elektriciteit of stroombron uit!

Slide 26 - Tekstslide

Oogletsel
Varieert van blauw oog tot netvliesloslating of hoornvliesbeschadiging.
Oorzaak vaak slag of stoot.
Uiterst gevoelig en daarom altijd ernstig.
Arts de ernst laten bepalen.
Eerste hulp:
  • niet wrijven.
  • laat slachtoffer liggen.
  • altijd doorverwijzen, zeker bij minder zicht.
  • nooit druk geven.
  • indien gewenst ogen afdekken.
Wond rondom oog, bijtende stof in het oog, zie blz 368/369

Slide 27 - Tekstslide

Insectensteek
ALLERGIE VOOR BIJEN- EN WESPENSTEEK!
Allergische reactie kan levensbedreigend zijn.
Flink ziek.
Bloeddruk daalt flink waardoor so flauwvalt of in coma kan raken.
SO naar zkh of bel 112

Slide 28 - Tekstslide

Insectensteken of beten

Eerste hulp bijensteek:
  • Wond uitzuigen met pompje​
  • Wond schoonmaken eventueel met alcohol​
  • Wondje afdekken​
  • Koelen​
  • Middelen tegen jeuk

Bij allergie naar zkh of bel 112!





Slide 29 - Tekstslide

Tekenbeet
Ziekte van Lyme​

Asap verwijderen met tekentang​
Contact met arts​

Preventie:​
Controle van huid(-plooien) ​




Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Welke ziekte kan je van een tekenbeet krijgen?

Slide 32 - Open vraag

Neusbloeding
  • Stelpen en beperken misselijkheid
  • Ontstaat spontaan of slag/stoot
  • Neusvleugels stevig tegen neusbeen
  • Licht voorover buigen (schrijfhouding)
  • Hoelang moet je nou je neus dichtknijpen?
  • Vraag naar bloedverdunners of alcohol!
  • Contact HA of HAP als bloeden na 10 min niet is gestopt

Slide 33 - Tekstslide

Verlies van tand of kies
  • Beperken van blijvende schade aan het gebit, hoe sneller handelen hoe groter kans op vastgroeien
  • Tand bewaren in speeksel (onder tong) of in melk

Zie blz 370 voor eerste hulp bij tand door de lip en uitgeslagen tand(en)

Slide 34 - Tekstslide

Flauwte
= kortdurende stoornis in het bewustzijn.
 Als er minder bloed naar je hersenen wordt gevoerd.
> hersenen minder zuurstof > onvoldoende prikkels naar de spieren > flauw vallen.

Oorzaken:
gebrek frisse lucht, honger, uitputting, zwakte na ziekte, emoties.

Eerste hulp:
  • Liggen (met benen in de lucht)​
  • Frisse lucht​
  • En​
  • Ademweg vrijmaken​
  • Rustig bijkomen en laten liggen​
  • Deskundige hulp na 2 tot 10 minuten​





Slide 35 - Tekstslide

Hyperventilatie
Teveel aan zuurstof en tekort aan koolzuur​

Symptomen lijken op hartinfarct​

Eerste hulp:
RUST​
Rustig helpen ademen​




Slide 36 - Tekstslide

Vreemde stoffen

  • Stoffen in het oog​
  • Stoffen in het oor​
  • Stoffen in de neus​


Slide 37 - Tekstslide

Vergiftiging
Vast, vloeibaar, gasvormig.
Binnekomen op drie manieren:​

  1. Spijsvertering​skanaal
  2. Huid​
  3. Longen​, inademing
“Bij vergiftiging is er sprake van een te hoge concentratie van een bepaalde stof in het lichaam, met een verstoring van de vitale functies tot gevolg.”​



Slide 38 - Tekstslide

Vergiftiging voorkomen
GIFwijzer​ (app)

Opbergen op veilige plek (kinderslot)​
Bewaren in originele verpakking​
Niet mengen​
Toezicht​
Let op met giftige planten​




Slide 39 - Tekstslide

Preventie van ongevallen. Op welke gebieden kan je maatregelen nemen om situaties veiliger te maken?

Slide 40 - Open vraag

Lees in je boek blz 374 en 375
Voorkomen van ernstige ongevallen.
Voorkomen van brand.
Contact met bloed (braaksel en diarree) vermijden.

Slide 41 - Tekstslide

Nazorg en verwerking

Slachtofferhulp​

Herbeleving​
PTSS​

Slide 42 - Tekstslide

Wat voor soort wond zie je op de afbeelding?
A
Uitwendige wond
B
Uitwendig open wond
C
Inwendige wond

Slide 43 - Quizvraag

Uitwendige wonden
Inwendige wonden
Huid of slijmvlies beschadigd
Schaafwonden
Snijwonden
Scheurwonden
Huid of slijmvlies is heel
kneuzingen
Chirurgische wond
Inwendige scheur van een orgaan

Slide 44 - Sleepvraag

Welk verband gebruik je bij een verstuiking?
A
Snelverband
B
Steunverband
C
Dekverband

Slide 45 - Quizvraag

Wat zijn de verschijnselen bij een hartstilstand?
A
Bij een hartstilstand heeft iemand een scheve mond en praat iemand met dubbele tong.
B
Bij een hartstilstand is iemand bewusteloos en ademt niet meer of niet normaal. Het hart pompt geen bloed meer rond. Dit is een levensbedreigende situatie.
C
Bij een hartstilstand heeft iemand geen gevoel meer in zijn armen en benen.

Slide 46 - Quizvraag

Hoe herken je een hartstilstand? Twee antwoorden zijn goed.
A
Het slachtoffer is aanspreekbaar.
B
Het slachtoffer is bewusteloos en reageert niet op aanspreken of schudden.
C
Het lichaam van het slachtoffer schudt en trilt.
D
Het slachtoffer ademt niet of ademt niet normaal.

Slide 47 - Quizvraag

Een hulpverlener dient een niet-reanimeren verklaring altijd te respecteren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 48 - Quizvraag

Huiswerk

Slide 49 - Tekstslide