Slim lezen met synoniemen

Slim lezen met synoniemen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slim lezen met synoniemen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je een woordraadstrategie toepassen bij het lezen van een tekst door synoniemen te vinden.

Slide 2 - Tekstslide

Leg het leerdoel uit aan de leerlingen en bespreek kort wat woordraadstrategieën zijn.
Wat weet jij al over het vinden van synoniemen bij het lezen van een tekst?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over het vinden van synoniemen bij het lezen van een tekst?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn synoniemen?
Synoniemen zijn woorden die hetzelfde betekenen als een ander woord.

Slide 5 - Tekstslide

Leerlingen kunnen voorbeelden geven van synoniemen, zoals 'mooi' en 'prachtig'.
Waarom synoniemen gebruiken?
Door naar synoniemen van een onbekend woord in de tekst te zoeken, kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen.

Je zoekt een synoniem door een stukje TERUG en een stukje VERDER (zoekend) te lezen.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag de leerlingen waarom het handig is om synoniemen te gebruiken en bespreek kort hun antwoorden.
Stap 1: Markeer de onbekende woorden
Markeer het woord dat je niet begrijpt in de tekst.

voorbeeld:
Veel studenten vinden na lang zoeken nog steeds geen onderkomen. Er zijn gewoon te weinig kamers en huizen. Daarom blijven ze langer thuis wonen.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen een korte tekst lezen en vraag ze om een onbekend woord te markeren.
Stap 2: Zoek naar een synoniem
Zoek in de tekst naar een woord dat hetzelfde betekent als het onbekende woord. 
1. Lees een stukje terug.
2. Lees een stukje verder.
Lees je in een andere zin misschien een ander woord dat wel eens hetzelfde zou kunnen betekenen?

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit dat synoniemen vaak in dezelfde zin of alinea staan als het onbekende woord.
Stap 3: Lees de zin opnieuw
Lees de zin opnieuw met het synoniem in plaats van het onbekende woord. Past het? Begrijp je de zin nu?

Veel studenten vinden na lang zoeken nog steeds geen onderkomen. Er zijn gewoon te weinig kamers en huizen. Daarom blijven ze langer thuis wonen.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit dat het belangrijk is om de zin opnieuw te lezen om de betekenis te begrijpen.
Oefening: Zoek de synoniemen
Lees de tekst en markeer de onbekende woorden. Zoek daarna naar synoniemen en markeer die met een andere kleur. Lees de zinnen opnieuw met het synoniem op de plaats van het onbekende woord. Is de zin nu te begrijpen?

Slide 10 - Tekstslide

Laat de leerlingen individueel of in tweetallen de oefening maken. Bespreek daarna de antwoorden in de klas.
Opdrachten
Maak de opdrachten op papier.

Slide 11 - Tekstslide

Geef de leerlingen een voorbeeldtekst om in de klas te oefenen en begeleid ze waar nodig.
Wanneer synoniemen niet werken
Soms zijn er geen synoniemen te vinden. Dan kun je kijken naar de context of de betekenis van andere woorden in de zin.
Andere stratgieën zijn:
zoek het tegenovergestelde
zoek een uitleg over de betekenis
kijk naar de woorddelen

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit dat synoniemen niet altijd beschikbaar zijn en dat er andere strategieën zijn om een onbekend woord te begrijpen.
Terugblik
Wat hebben we vandaag geleerd? We hebben geleerd hoe we synoniemen kunnen gebruiken om onbekende woorden te begrijpen.

Slide 13 - Tekstslide

Vraag de leerlingen wat ze hebben geleerd en herhaal kort de belangrijkste punten van de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.