Het leven van de mensen veranderde na de komst van fabrieken en de stoommachine. Dit noemen we de
A
industriele revolutie
B
grote verandering van 1900
C
The Big Change
D
fabrikiaire revolutie
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Het leven van de mensen veranderde na de komst van fabrieken en de stoommachine. Dit noemen we de
A
industriele revolutie
B
grote verandering van 1900
C
The Big Change
D
fabrikiaire revolutie
Slide 1 - Quizvraag
Verbond Amsterdam via Den Helder met de zee.
Eerste spoorlijn in Nederland
Directe zeeverbinding voor Rotterdam.
Verbindt Rotterdam met het Ruhrgebied.
Nieuwe Waterweg
Rijn
Noord-Hollands kanaal
Amsterdam-Haarlem
Slide 2 - Sleepvraag
Welke haven werd in 1872 belangrijk ? en waarom ...
Slide 3 - Open vraag
Wie werd ook wel de kanalenkoning genoemd ?
A
Willem van Oranje
B
Willem II
C
Willem I
D
Willem de Zwijger
Slide 4 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
massagoederen
B
stukgoederen
Slide 5 - Quizvraag
Mandarijnen zijn:
A
Stukgoederen
B
Massagoederen
Slide 6 - Quizvraag
Thema 9 Grondstoffen
Blok 3 Arbeidsomstandigheden.
Slide 7 - Tekstslide
Wat gaan we doen deze les / week
Blok 3: Arbeidsomstandigheden
Lezen: 'Waar gaat dit blok over' en 'Armoede'
Maken: blok 3 opdracht 1 - 8
Slide 8 - Tekstslide
Leerdoelen van deze les ?
Je kan beschrijven hoe arbeiders in Nederland leefden in de 19e eeuw.
Je kan twee redenen noemen waarom er veel armoede in Nederland was.
Slide 9 - Tekstslide
Waar gaat dit blok over....
In de negentiende eeuw waren de arbeidsomstandigheden in Nederland slecht. Veel mensen waren erg arm. Inmiddels is Nederland door de modernisering een welvarend land geworden.
In andere delen van de wereld zijn de arbeidsomstandigheden nog altijd erg slecht. Hoe kunnen we deze omstandigheden verbeteren?
Slide 10 - Tekstslide
Wanneer ben je eigenlijk arm?
Slide 11 - Woordweb
Hulp aan armen in de 19e eeuw
Bij ziekte of werkloosheid klopte je in eerste instantie aan bij familie.
Geen familie? Dan was je afhankelijk van liefdadigheid.
Liefdadigheid in de 19e eeuw kwam van de kerk of rijke burgers.
Deze liefdadigheid bestond uit: voedsel, brandstof en kleding.
Om liefdadigheid te ontvangen moest je: het écht nodighebben, jenetjesgedragen, dankbaarzijn en naar dekerk gaan.
Een schilderij van Albert Anker waarop soep wordt uitgedeeld aan armen.
Slide 12 - Tekstslide
Rol van de overheid
De rol van de overheid (landelijk en gemeentelijk) was erg klein: zij zagen het niet als hun taak.
Sommige gemeenten hadden een armenfonds. Dit fonds was niet verplicht en het geld was beperkt: op was op .
De Goudsbloemgracht in de Amsterdamse wijk Jordaan uit 1850. Het is eigenlijk helemaal geen gracht, maar een sloot met aan beide kanten zeer slechte woningen. De hygiëne was slecht. Er was geen schoon drinkwater, geen riool, geen wc's. Regenwater werd verzameld in tonnen.
Slide 13 - Tekstslide
Arbeidsomstandigheden
Saai (door arbeidsdeling/lopende band).
Langewerkdagen (14 uur per dag).
Gevaarlijk.
Geen enkel recht, ook geen stakingsrecht.
Lagelonen (bij fouten: loon inhouden).
Slide 14 - Tekstslide
Kinderarbeid
Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan.
Vrouwen en kinderen zijn goedkoper dan mannen.
Kleinehanden kunnen beter op plekken tussen machines.
Panden die niet als woning zijn bedoeld (zoals kelderwoningen).
Dichtbij fabrieken met hun rokende schoorstenen.
Slechte hygiëne, riolering en watervoorzieining.
Slide 16 - Tekstslide
In delen van Noord- en Oost Nederland was het al niet veel beter...
In sommige delen van Noord- en Oost-Nederland
was het trouwens niet veel beter...
Een plaggenhut met heideplaggen bedekte hut. Ze waren te vinden in de armste gebieden van Nederland, vooral in Drenthe, Friesland en Overijssel en werden bewoond door de allerarmste arbeiders, vaak met grote gezinnen. Een plaggenhut was een eenvoudig bouwwerk, meestal gedeeltelijk uitgegraven en zonder zijmuren zodat het dak op grondhoogte begon. Het dak was bekleed met plaggen die uit het omliggende land werden gehaald.
Slide 17 - Tekstslide
Landbouwkoloniën
Om de armen te laten werken voor deze liefdadigheid moesten de armen werken in landbouwkoloniën zoals in Drenthe en Friesland.
Sommigen leden van deze liefdadigheidsorganisaties kwamen op bezoek bij de armen om te controleren of zij wel goed leefden.
Slide 18 - Tekstslide
Wat gaan we doen deze les / week
Blok 3: Arbeidsomstandigheden
Lezen: 'Waar gaat dit blok over', ‘Armoede', ‘Landbouwkoloniën'