Thema 4 paragraaf 4 Beïnvloeding zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Zenuwstelsel

Werking van het zenuwstelsel en 

beïnvloeding door alcohol, drugs en medicijnen

Welke hersenen ontvangen en verwerken impulsen?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen

Hoe heet onderdeel 1?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen
3. Hersenstam

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?

1. Bewuste reactie
2. Reflex

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?

1. Bewuste reactie
2. Reflex

Zie je hier een bewuste reactie of een reflex?

1. bewuste reactie
2. reflex

Welke hersenen coördineren alle bewegingen?

1. Grote hersenen
2. Kleine hersenen

beïnvloeding

sommige stoffen kunnen het zenuwstelsel beïnvloeden

bv. medicijnen, drugs en alcohol.

Deze kunnen impulsen remmen, je suf maken of juist heel energiek.

Welke stof remt de werking van het zenuwstelsel en maakt je suf?

1. Alcohol
2. Medicijnen
3. Tabak
4. Drugs

Geef aan welk risico je herkent in de onderstaande situatie:

Een groep jongens met een paar biertjes op daagt een aantal voorbijgangers uit om te gaan vechten. 

1. Drugs of alcohol
2. Groepsdruk
3. Slechte opvoeding
4. Biologische factoren

Invloed drugs op je hersenen

Verdovend (alcohol, heroïne)    , werken versuffend

Stimulerend (nicotine, cocaïne, MDMA)    ,  hersenen werken sneller

Bewustzijnveranderend (LSD, paddo’s),   laten je hersenen anders werken

Je hebt alcohol gedronken en voelt je wat duizelig. Welk deel van de hersenen functioneert niet meer zo goed?

1. Hersenstam
2. Grote hersenen
3. Kleine hersenen
4. Ruggenmerg

Welke stof kan een verdovende, hallucinerende of stimulerende werking hebben?

1. alcohol
2. medicijnen
3. tabak
4. drugs

Wat betekent gewenning wanneer we praten over medicijnen, drugs en/of alcohol?

1. Je begint het steeds fijner te vinden.
2. Je gaat het steeds normaler vinden.
3. Je zenuwstelsel reageert niet meer zoals het hoort.
4. Je hebt steeds meer nodig om hetzelfde effect te bereiken.

Alcohol

• Alcohol wordt in het bloed opgenomen 

• De snelheid van het opnemen van alcohol kan sterk verschillen

• Alcohol beïnvloedt organen, je zintuigen en je zenuwstelsel

Drugs

Drugs zijn stoffen die je hersenen beïnvloeden.

Ze kunnen:

- verdoven                               (downers)

- oppeppen                              (uppers)

- je bewustzijn veranderen      (trippers)

Voorbeelden van drugs:

- Tabak en  Alcohol

- Soft- en harddrugs (hasj, wiet, cocaïne)

- Slaap- en kalmeringsmiddelen

- Cafeïne en XTC

Het kan je ontspannen en laat je dingen (een moment) vergeten.

Drugs beïnvloedt je hersenen:

Het denken, voelen en 

wat je om je heen ziet en hoort.

Je houdt je hersenen gezond door:

• Voldoende slaap (9 uur per nacht)
• Beweging (elke dag minstens 1 uur)
• Gezond eten
• Training van je hersenen (leren/oefenen en geheugenspelletjes)

Opdrachten maken

vanaf blz 29