11.2 Bevruchting [les 1]

Binnen = beginnen
Pak je laptop
Open lessonup
Open de lesmethode

Al klaar? Beantwoord dan alvast voor jezelf de volgende vraag:
Wat is de route die een eicel aflegt tijdens de menstruatiecyclus?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Binnen = beginnen
Pak je laptop
Open lessonup
Open de lesmethode

Al klaar? Beantwoord dan alvast voor jezelf de volgende vraag:
Wat is de route die een eicel aflegt tijdens de menstruatiecyclus?

Slide 1 - Tekstslide

WELKOM
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + boek pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 2 - Tekstslide

Planning
* Welkom
* Huiswerk bespreken (15 t/m 24 van 11.1)
* Uitleg
* Zelfstandig werken
* Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 11.2 Bevruchting
- Je kunt uitleggen welke weg een zaadcel aflegt voordat hij bij een eicel komt
- Je kunt uitleggen hoe de bevruchting in zijn werk gaat
- Je kent de verschillende fases na een bevruchting, zie bron 4
-

Slide 4 - Tekstslide

Baarmoeder
Eicel
Vagina
Eileider
Eierstok
Baarmoederwand

Slide 5 - Sleepvraag


Volgorde van de voorzijde naar de achterzijde
bij de vrouw (in de schaamstreek):
A
clitoris, anus, vagina
B
vagina, anus, clitoris
C
clitoris, poepgat, anus
D
clitoris, vagina, anus

Slide 6 - Quizvraag

Wat klopt NIET over de vagina?
A
Door de vagina wordt een kindje geboren.
B
De vagina is heel rekbaar.
C
De vagina is de plek waar ook urine door naar buiten komt.

Slide 7 - Quizvraag


nr. 2

A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 8 - Quizvraag

Waarin liggen de eicellen?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Eilleider
D
Vagina

Slide 9 - Quizvraag

Baarmoeder
Eierstok
Clitoris
Plaats waar het embryo groeit
Hier rijpen de eicellen
Meest gevoelige deel

Slide 10 - Sleepvraag

Vruchtbare periode
Na de ovulatie blijft een onbevruchte eicel ongeveer 12 tot 24 uur leven.
Daarna sterft de eicel af in de eileider. De resten worden opgenomen in het bloed.
Alleen als de eicel wordt bevrucht, kan de eicel langer in leven blijven.

Zaadcellen kunnen in het lichaam van de vrouw ongeveer 3 dagen leven. Ze gaan via de baarmoeder naar de eileiders.

De vruchtbare periode duurt van +- 3 dagen voor de ovulatie tot 1 of 2 dagen na de ovulatie.

Slide 11 - Tekstslide

Een vrouw haar ovulatie is op dag 14. Op welke dag is het al onveilig om seks te hebben dat kan leiden tot een zwangerschap?
A
Dag 11
B
Dag 13
C
Dag 15
D
Dag 17

Slide 12 - Quizvraag

Bevruchting
In de eileider versmelt de kern van de mannelijke geslachtscel (de zaadcel) met de kern van een vrouwelijke geslachtscel (eicel).

De kop van de zaadcel dringt de eicel binnen. Als dat is gebeurd, wordt de buitenste laag van de eicel ondoordringbaar.  Andere zaadcellen kunnen de eicel niet meer binnendringen

Slide 13 - Tekstslide

Innesteling
De bevruchte eicel wordt door de eileider naar de baarmoeder vervoerd. 

De baarmoeder heeft op dat moment een dik baarmoederslijmvlies dat veel bloedvaten bevat

Het klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies, dat noem je innesteling. Als dit gebeurt, is de vrouw zwanger.

Na ongeveer 9 maanden is het klompje cellen uitgegroeid tot een baby.

Eerste delingen van de bevruchte eicel

Slide 14 - Tekstslide


nr. 10 speelt
een rol bij
A
de innesteling
B
de bevruchting
C
het vrijkomen van een eicel
D
de opvang van urine

Slide 15 - Quizvraag

1: Vagina: Daar komt het sperma terecht tijdens de geslachtsgemeenschap
2: Maagdenvlies is een vliesje aan het begin van de vagina

A
1: waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste weg die spermacellen afleggen tijdens de zaadlozing
A
bijbal - zaadleider -zaadblaasje - urineleider
B
zaadbal - zaadleider - urineleider
C
zaadbal - bijbal - zaadleider - prostaat - urineleider
D
bijbal - zaadleider - urineleider

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste weg die de zaadcellen afleggen als ze eenmaal in een vrouw zijn?
A
Baarmoeder - eileider - vagina - eierstok
B
Vagina - baarmoeder - eileider
C
Vagina - eierstok- eileider - baarmoeder
D
Vagina - baarmoeder - eierstok - eileider

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk




Lesstof: paragraaf 11.1
Maken: opdracht 1 t/m 8
 van paragraaf 11.2


Slide 19 - Tekstslide