lesson 2 unit 4.3 1HV2

Hello 1HV2! 
It's great to see you again! 
Today's goals: 
  • At the end of this lesson I did a recap of the vocabulary and grammar we've had so far. 


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hello 1HV2! 
It's great to see you again! 
Today's goals: 
  • At the end of this lesson I did a recap of the vocabulary and grammar we've had so far. 


Slide 1 - Tekstslide

Vocabulary/grammar / check
We are going to check if you've practised/ learned the vocabulary/ grammar we've had so far (4.1 till 4.2). It's okay if you haven't done that! BUT....

Slide 2 - Tekstslide

The boy ......dropped his phone, now it's broken.
A
brand new
B
apply
C
finally
D
accidentally

Slide 3 - Quizvraag

What is your school's....about mobile phones?
A
postage
B
rule
C
sign
D
directions

Slide 4 - Quizvraag

What is 'tweedehands' in English? I always buy.....clothes.

Slide 5 - Open vraag

There is a ..... in front of the museum because it's reallt famous.
A
queu
B
que
C
queue
D
queeu

Slide 6 - Quizvraag

We will ..... in Belfast tomorrow for our holiday.
A
arrive
B
collect
C
fill
D
advert

Slide 7 - Quizvraag

Om een zin verleden tijd te maken, wat moet ik dan met het werkwoord doen? Wat plak ik erachter?
I walk.... to school yesterday.

Slide 8 - Open vraag

Fill in the Past Simple: My dad .....with my homework last Saturday because it was too difficult.
A
helps
B
helpped
C
help
D
helped

Slide 9 - Quizvraag

Maak een vraagzin in de VERLEDEN TIJD:
My dad helped me with my homework.

Slide 10 - Open vraag

Maak een vraagzin in de VERLEDEN TIJD:
I watched a great programme on Youtube.

Slide 11 - Open vraag

Which statement is TRUE?
A
In een zin komt de tijd VOOR de plaats.
B
Het woord 'that' is voor meerdere dingen.
C
voor ontkenning in de verleden tijd gebruik je doesn't
D
In een zin komt de plaats VOOR de tijd.

Slide 12 - Quizvraag

Which sentence is correct?
A
You never give me any compliments.
B
You give me never any compliments.
C
It not is always easy.
D
She thinks you're a good player still.

Slide 13 - Quizvraag

I was in dreamland last night.
Hoe maak ik deze zin ontkennend? Dus dat het niet zo is?

Slide 14 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk en wil je meer oefenen?
The vocabulary
Past Simple
Woordvolgorde
everything!

Slide 15 - Poll

Work for this week
  • Workbook A lesson 4.3 exercises: 22 till 26
  • Study/ learn practise vocabulary 4.2/ phrases lesson 2 and grammar 4.1 till 4.3
  • 3 texts on www.readtheory.org

Slide 16 - Tekstslide