argumentatieschema's

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Argumentatieschema's

Maar eerst wat herhaling ...

Welke zin bevat het standpunt:
A. Zijn oma is onlangs overleden.
B. Zijn proefwerken zijn op dit moment voor hem niet belangrijk.

1. A.
2. B.

Welke zin bevat het standpunt:
A. Het zou me niets verbazen als we straks allemaal ziek zijn.
B. De kip is niet gaar.

1. A.
2. B.

Welke zin bevat het standpunt:
A. De vorige keer dat Henk er was, had ik buikpijn van het lachen.
B. Als Henk meegaat, hebben we vast lol.

1. A.
2. B.

Welke zin bevat het standpunt:
A. Je kan absoluut op mij rekenen.
B. Ik ben je verjaardag nog nooit vergeten.

1. A.
2. B.

Welke zin bevat standpunt:
A. Marianne is een groot kind.
B. Marianne speelt nog met barbies.

1. A.
2. B.

Welk argumentatieschema's herken je in de volgende redeneringen?

Als je last hebt van FOMO en vaak het gevoel hebt dat je niet zonder je mobiel kunt, ligt verslaving op de loer. Dit zegt Tischa Neve, pedagoog, gespecialiseerd in tienergedrag.

1. op basis van voorbeelden
2. op basis van autoriteit
3. op basis van kenmerken
4. op basis van voor- en nadelen

Het vuurwerkverbod is fijn. Toch missen veel mensen nu het plezier van vuurwerk afsteken. Ook missen vuurwerkverkopers inkomsten. Maar het belangrijkste is dat de hulpverleners ontlast worden tijdens de jaarwisseling.

1. op basis van kenmerken
2. op basis van voor- en nadelen
3. op basis van autoriteit
4. op basis van vergelijking

Amsterdam trekt jaarlijks veel toeristen vanwege zijn beroemde musea. Rijks Museum, Anne Frankhuis en Van Goghmuseum zijn goed voor bijna 6 miljoen bezoekers per jaar.

1. op basis van autoriteit
2. op basis van getallen
3. op basis van kenmerken
4. op basis van voorbeelden

Marianne is een groot kind. Het liefste speelt zij nog met Barbies.

1. op basis van autoriteit
2. op basis van voorbeelden
3. op basis van kenmerken
4. op basis van oorzaak / gevolg.

Het zou me niks verbazen als we straks allemaal ziek zijn. De kip was namelijk niet gaar.

1. op basis van autoriteit
2. op basis van voorbeelden
3. op basis van kenmerken
4. op basis van oorzaak / gevolg.

Nu:

Maak in je 4h-boek: blz. 70-73, opdracht 2 en 4

OF

Bereid je presentatie voor! :)