§1.2 De schoenenwinkel

Programma
Herhaling paragraaf 1

Uitleg en maken paragraaf 2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
Herhaling paragraaf 1

Uitleg en maken paragraaf 2

Slide 1 - Tekstslide

Welke productiefactor zie je hiernaast afgebeeld?
A
Kapitaalgoederen
B
Arbeid
C
Natuur
D
Ondernemerschap

Slide 2 - Quizvraag

Welke productiefactor zie je hiernaast afgebeeld?
A
Kapitaalgoederen
B
Arbeid
C
Natuur
D
Ondernemerschap

Slide 3 - Quizvraag

In welke sector hoort deze productie?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 4 - Quizvraag

In welke sector hoort deze productie?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 5 - Quizvraag

In welke sector hoort deze productie ?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent "zwart werk"?
A
Onbetaalde productie zoals vrijwilligerswerk
B
Onbetaalde productie in de huishouding
C
Betaald werk waarover geen belastingen en sociale premies worden betaald

Slide 7 - Quizvraag

Is de brandweer een onderdeel van de collectieve sector?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen paragraaf 2 De schoenenwinkel
Ik kan de winkelprijs (verkoopprijs inclusief btw) berekenen
Ik kan uitleggen wat btw is en de btw berekenen
Ik kan de afzet, de verkoopopbrengst (omzet), de verkoopprijs exclusief btw en de brutowinst bepalen. 

Slide 9 - Tekstslide

Verkoopprijzen en brutowinst
  • Afzet
  • Inclusief BTW
  • Exclusief BTW
  • Omzet

Wat betekenen deze begrippen en afkortingen?
Hoe bereken je een consumentenprijs?
timer
7:00

Slide 10 - Tekstslide

Inclusief BTW
Verkoopprijs ex btw + btw = verkoopprijs inclusief btw 

Belasting toegevoegde waarde --> vaak 21%

Consumentenprijs/ winkelprijs = de prijs inclusief btw

Slide 11 - Tekstslide

Exclusief BTW
Verkoopprijs inclusief btw (winkelprijs) - btw =
verkoopprijs ex btw

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Een paar schoenen kost € 120,-. Er komt 21% btw bij.

Wat is de winkelprijs?

  • btw = €120 : 100 x 21 = €25,20
  • Winkelprijs = €120,- + €25,20 = €145,20
  • of... € 120,- x 1,21 = € 145,20

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
Op een kassabon staat het volgende:
t-shirt € 20,-
btw € 4,20

Wat is de verkoopprijs ex btw van het t-shirt?
  • Prijs ex btw = €20,-- €4,20 = €15,80

Slide 14 - Tekstslide

Afzet
  • Hoeveel?
  • Wat?
  • Administratie
  • Gaat altijd over een bepaalde periode

Slide 15 - Tekstslide

Omzet
afzet x verkoopprijs ex btw = omzet

Verkoopomzet in een periode

Slide 16 - Tekstslide

Inkoopwaarde van de omzet
afzet x inkoopprijs per artikel = inkoopwaarde

Bedrag dat de ondernemer heeft betaald voor de verkochte producten

Slide 17 - Tekstslide

Brutowinst
  • Omzet is hoger dan de inkoopwaarde van de omzet

  • Verschil tussen omzet en inkoopwaarde van de omzet --> brutowinst

Slide 18 - Tekstslide

Schema winst berekenen

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Maken paragraaf 1.2 vanaf bladzijde 12
opdracht  4, 5, 6, 8 en 15

timer
6:00

Slide 20 - Tekstslide