Britse Rijk 1.1 en 1.2

Quiz HC Britse Rijk 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Quiz HC Britse Rijk 

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen en volgordevragen 

Slide 2 - Tekstslide

Wie waren de heersers over India voor de Britten kwamen?
A
De Indiërs
B
De Mogol dynastie
C
De VOC
D
De portugezen

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heet de groep kolonisten die om geloofsredenen naar Amerika trekt?
A
Founding Fathers
B
Knickerbockers
C
Pilgrim Fathers
D
Tea Party

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noem je een kolonie die vooral gericht is op handel, nijverheid en landbouw.
A
Factorij
B
Vestigingskolonie
C
Plantagekolonie
D
Winstkolonie

Slide 5 - Quizvraag

Hoe worden afschaffers van de slavernij genoemd?
A
Eliministen
B
Slavisten
C
Romanticisten
D
Abolitionisten

Slide 6 - Quizvraag

In welk jaar schaffen de Britten de slavernij af ?
A
1807
B
1833
C
1780
D
1857

Slide 7 - Quizvraag

Waar streeft het Indian National Congress bij oprichting naar?
A
Lagere belasting
B
Een eigen staat
C
Democratie
D
Emancipatie

Slide 8 - Quizvraag

Chronologieronde
Je krijgt straks twee gebeurtenissen te zien. Kies steeds voor de gebeurtenis die eerder was. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurde eerder?
A
Opening van het Suez kanaal
B
Verdrag van Allahabad

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurde eerder?
A
Ontdekking vaarroute naar Amerika
B
Ontdekking vaarroute naar India

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurde eerder?
A
Amerikaanse Burgeroorlog
B
Amerikaanse revolutie

Slide 12 - Quizvraag

Inzichtsvragen 

Slide 13 - Tekstslide

Waarom waren de Pilgrim Fathers naar Amerika gekomen?
A
Avontuur
B
Geloof
C
Nieuwe producten
D
Handel

Slide 14 - Quizvraag

Net als in de Nederlanden gebruiken ook de Engelsen een bedrijf in hun kolonialisme. In de Nederlanden hebben we de WIC die handelt, gebieden gaat koloniseren, oorlog mag voeren en namens de Nederlandse regering mag optreden. Hoe heet het Engelse bedrijf dat vergelijkbare handel voert als de WIC?
A
East Indian Company
B
The Virginia Company
C
Royal African Company
D
The Quaker Company

Slide 15 - Quizvraag

Sommige Amerikaanse historici spreken over een genocide op de Indianen door de kolonisten.
Waarom vinden ze het een genocide?
A
De Britten hadden ziektes waaraan de Indianen overleden.
B
De Britten sloopten de heilige plekken van de Indianen.
C
De Britten roeiden alle dieren uit die de Indianen aten.
D
De Britten voerden veroveringsoorlogen tegen de Indianen.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een plantage- economie?
A
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van plantages.
B
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van koloniën.
C
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van slaven.
D
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van landbouw.

Slide 17 - Quizvraag

Verlichte denkers zagen volkssoevereiniteit als alternatief voor absolute vorsten.
Maar wat betekent volkssoevereiniteit?
A
Een kleine groep mensen heeft de macht namens het volk .
B
Het volk heeft alle macht.
C
Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.
D
Het volk wijst één leider aan dat namens hen gaat besturen.

Slide 18 - Quizvraag

Welk antwoord is juist. The East India Company streefde vooral naar:
A
Gebiedsuitbreiding
B
Meer handel
C
Verkrijgen van grondstoffen
D
Verspreiding van de Europese cultuur

Slide 19 - Quizvraag

India kwam onder direct bestuur van de Britse regering n.a.v. een gebeurtenis in
A
1765
B
1776
C
1823
D
1857

Slide 20 - Quizvraag

De Indiase bevolking werd verplicht zich te bekeren tot het Christendom
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quizvraag

Gedurende het koloniale tijdperk was het belangrijkste dat Groot Britannië
A
In zoveel mogelijk gebieden in de wereld de baas was
B
Dat de Britse cultuur zoveel mogelijk verspreid werd
C
Zoveel mogelijk winst behaalde uit haar koloniën
D
Zoveel mogelijk kennis verzamelde over vreemde culturen

Slide 22 - Quizvraag

Oprichting van Indian National Congres heeft te maken met het kenmerkend aspect
A
Modern Imperialisme
B
Opkomst van het abolitionisme
C
Opkomst van politiek maatschappelijk stromingen zoals liberalisme en nationalisme
D
Voortschrijdende democratisering

Slide 23 - Quizvraag

Welk antwoord is niet juist: De industrialisatie had grote gevolgen voor de Britse samenleving o.a
A
meer welvaart voor iedereen
B
ontstaan van nieuwe sociale klassen
C
ontstaan van liberale markteconomie
D
ontstaan van industrieel kapitalisme

Slide 24 - Quizvraag

Het denken van de schotse filosoof Adam Smith met zijn vrije markteconomie is een voorbeeld van;
A
Communisme
B
Mercantilisme
C
Liberalisme
D
Socialisme

Slide 25 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak van het ontstaan van Modern Imperialisme

A
Grote vraag naar grondstoffen
B
Nationalisme
C
Westerse superioriteit
D
Nederlands-Indie

Slide 26 - Quizvraag