Persoonlijke voornaamwoorden in de 1e en 4e naamval + voorzetsels

Du hast nie Zeit ... (voor hem).
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Du hast nie Zeit ... (voor hem).

Slide 1 - Open vraag

... (Voor wie) ist dieser Stuhl?

Slide 2 - Open vraag

Herr Müller, Telefon ... (voor u)!

Slide 3 - Open vraag

Was gehört zusammen?
wen
Sie
uns
es
mich
dich
ihn
sie
euch
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
Sie
wer

Slide 4 - Sleepvraag

Wer kümmert sich .... (om jou)?

Slide 5 - Open vraag

Oma kocht was ... (voor mij).

Slide 6 - Open vraag

Wer spielt morgen ... (tegen jullie)?

Slide 7 - Open vraag

... (Zonder jou) will ich hier nicht bleiben.

Slide 8 - Open vraag

Tschüß, ... (tot) Dienstag!
A
ohne
B
zu
C
bis
D
durch

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal: "Het gaat niet om jou"

Slide 10 - Open vraag