Les 12 Beleving en welbevinden

Les 12 Beleving en welbevinden
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidskundeBeroepsopleiding

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Les 12 Beleving en welbevinden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Kwaliteit van leven en eigen regie
- Presentiebenadering
- Levenskwaliteit ( bewegen ,kauwen en pijn)
- Dementie en etniciteit
- Gastdocent SIV

Slide 2 - Tekstslide

Wat is kwaliteit van leven voor jou?

Slide 3 - Open vraag

Definitie kwaliteit van leven
kwaliteit van leven word omschreven als het functioneren van personen op fysiek, psychisch en sociaal gebied zoals zij dat zelf beleven.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe geef jij invulling aan kwaliteit van leven in je werk?

Slide 5 - Open vraag

Het persoonlijk welbevinden van een cliënt
Ieder mens is uniek in relatie tot zijn omgeving. Hij is als persoon gevormd door zijn karakter, door de mensen om hem heen, door gebeurtenissen die zijn leven tekenen en waar hij betekenis aan geeft.
Ieder mens heeft een referentiekader met zijn eigen wensen, behoeften en mogelijkheden. Ook is ieder mens kwetsbaar, zowel in lichamelijk, sociaal, als in psychisch opzicht.
 Het is met name op de momenten waarop die kwetsbaarheid zich aandient, dat een mens vraagt om zorg die een ander hem kan en wil bieden. 
Zo ontstaat er een relatie tussen een cliënt en een zorgverlener.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat verstaan we onder "eigen regie"?

Slide 8 - Open vraag

Eigen regie
De cliënt die regie heeft is het uitgangspunt van alle zorgverlening. De keus om te gaan werken aan zelfregie
van cliënten is een fundamentele. Zelfregie is een grondrecht van iedere burger.
Zeggenschap over de aard, de inhoud en de manier waarop je ondersteund wordt bij het vormgeven van je
eigen leven is de basis voor kwaliteit van leven. Regie door de cliënt draagt bij aan de kwaliteit van zorg
vanuit het perspectief van de cliënt.

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijke vragen om aan jezelf als GVP er te stellen
  • Waarom zou ik vanuit zelfregie werken?
  • Wat heb ik nodig om te werken aan zelfregie?
  •  Waar gaat het om bij zelfregie?
  •  Wat is mijn rol?
  • Hoe breng ik mensen in hun kracht?
  • Wat zijn de grootste valkuilen?
  •  Hoe geef ik een cliënt regie?

Slide 10 - Tekstslide

Presentiebenadering

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Definitie
Presentie is een praktijk waarbij de zorggever zich aandachtig en toegewijd op de ander betrekt, zo leert zien wat er bij die ander op het spel staat – van verlangens tot angst – en die in aansluiting daarbij gaat begrijpen wat er in de desbetreffende situatie gedaan zou kunnen worden en wie hij/zij daarbij voor de ander kan zijn.
Wat gedaan kan worden, wordt dan ook gedaan. Een manier van doen, die slechts verwezenlijkt kan worden
met gevoel voor subtiliteit, vakmanschap, met praktische wijsheid en liefdevolle trouw.

Slide 13 - Tekstslide

Wat hoort NIET bij de presentiebenadering
A
Iemand negeren
B
Naast je cliënt staan, niet erboven
C
Observeren, signaleren en rapporteren
D
Vertrouwensband opbouwen staat centraal

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht
Zoek de 8 kenmerken op van presentiebenadering en vertel in de groep wat je gevonden hebt.
Hoe competent ben je zelf in deze benadering?
Hoe zou je je collega's hier in mee kunnen nemen?

Slide 15 - Tekstslide

Levenskwaliteit bewegen kauwen en pijn
Bewegen kan  bijdragen aan kwaliteit van leven. Bewegen verbeterd vaak ons denkvermogen en heeft een positieve invloed op onrust en passiviteit.




Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel is de beweeg norm voor
ouderen?

Slide 17 - Woordweb

Beweegnorm volgens kenniscentrum sport en bewegen
De beweegrichtlijn voor volwassenen en 65-plussers is: Bewegen is goed, meer bewegen is beter. Minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/ of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
https://www.kenniscentrumsportenbewegen.nl/producten/
beweeggids
In twee groepen:
Bereidt 4 bewegingen voor en voer deze uit met de groep
Kijk ook eens in de beweeggids voor ouderen.
zorg dat je de oefeningen kunt voordoen, we gaan samen in beweging.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Kauwen
Kauwen is ook een vorm van bewegen. Kauwen is goed voor je geheugen en stemming. Dat is aangetoond, zegt Erik Scherder. “Als je slecht kauwt, gaan bepaalde hersenstructuren in het brein enorm achteruit precies de structuren die toch al zeer kwetsbaar zijn voor de Ziekte van Alzheimer.”

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Pijn

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Etniciteit
Mensen met een andere culturele achtergrond hebben andere normen en waarden en kunnen mede daardoor een andere invulling geven aan kwaliteit van leven. 
Om hier op te kunnen anticiperen is het belangrijk je te
verdiepen in de cultuur van de desbetreffende cliënt/bewoner.

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht
Maak twee groepen; Zoek per groep uit
De F cultuur
De G cultuur

Slide 33 - Tekstslide

F Cultuur
De F-cultuur wordt gekenmerkt door een fijnmazig systeem van waarden en normen. De mate van structuur is groot en er bestaan veel vastgestelde regels voor wat wenselijk en onwenselijk gedrag is. 
In een fijnmazige cultuur hoeft men weinig persoonlijke afwegingen te maken; veel stappen die men neemt lijken niet meer dan
logisch en bevinden zich in de lijn der verwachtingen.

Slide 34 - Tekstslide

In de F-culturen is het meestal de gewoonte dat de kinderen zorgen voor de ouders als die dat niet meer zelf kunnen door ziekte en ouderdom. In Nederland is dat ook voor hen lastig te realiseren.
 De familie kan bang zijn voor verwijten dat vader en/of moeder niet voldoende door de eigen kinderen verzorgd wordt. 
Er is vaak onvoldoende bekendheid met het Nederlandse zorgsysteem.

Slide 35 - Tekstslide

G Cultuur
De G-cultuur is juist individualistisch. Een lid van een G-cultuur zal zichzelf hoogst waarschijnlijk in de eerste plaats als een individu beschouwen. De groep waar hij deel van uitmaakt maakt meer deel uit van de achterhoede. Bij het denken, redeneren en communiceren, gaat hij meer van zichzelf uit dan van de groep: wat is zijn mening, wat wil hij zelf graag? Hij is gewend om dit duidelijk en direct onder woorden te brengen en verwacht dit dikwijls ook van anderen.

Slide 36 - Tekstslide

Wat is de visie van dagelijks leven wat betreft etniciteit?
https://www.zorgvoorbeter.nl/dementie/persoonsgerichte-
zorg/migranten

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide