Thema 4: basisstof 1&2 man

Thema 2
VOORPLANTING EN SEKSUALITEIT
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 2
VOORPLANTING EN SEKSUALITEIT

Slide 1 - Tekstslide

Lesverloop
  1. 5 min lezen
  2. Terugkoppelingsvragen
  3. Uitleg
  4. Kennisvragen
  5. Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Lesverloop
  1. 5 min lezen
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de onderdelen van het mannelijke geslachtdeel?

Slide 4 - Woordweb

Wat zijn de onderdelen van het vrouwlijke geslachtdeel?

Slide 5 - Woordweb

Wat doen zwellichamen

Slide 6 - Woordweb

Waar vullen zwellichamen zich mee?
A
Bloed
B
Vocht

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het mannelijke geslachtscel
A
Spermacel
B
Eicel

Slide 8 - Quizvraag

                      Lesdoelen

Na deze les:
  1.  Weet je wat de delen van het voortplantingsstelsel zijn van de man
  2. kun je de functies van de onderdelen benoemen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Geslachtskenmerken
Kenmerken om het geslacht te kennen
  • Man
  • Vrouw

Slide 11 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerken
Geslachtskenmerken die je bij de geboorte krijgt
Man
  • Balzak & teelballen & penis 


Slide 12 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken
Geslachtskenmerken die je bij de puberteit krijgt (kan al rond leeftijd 10)
Man
  • Schaamhaar, spieren, baardgroei,
  • zwaardere stem 


Slide 13 - Tekstslide

De onderdelen

Slide 14 - Tekstslide

De functies

Slide 15 - Tekstslide

zwellichamen
Vullen met bloed
Erectie


Slide 16 - Tekstslide

Sperma
Zaadcellen van de man



Slide 17 - Tekstslide

Sperma
Zaadcellen van de man



Slide 18 - Tekstslide

Het voortplantingsstelsel van een vrouw
Basisstof 2

Slide 19 - Tekstslide

                      Lesdoelen

Na deze les:
  1. Weet je wat de verschillende voortplantingsorganen van de vrouw zijn
  2. Weet je wat de functies is van de voortplantingsorganen van de vrouw
  3. Weet je wanneer een meisje vruchtbaar is

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw
  • Vagina: hierin komt het sperma tijdens de geslachtsgemeenschap.
  • Kleine schaamlippen: produceren slijm d.m.v. klieren (nat worden)
  • Grote schaamlippen: veiligheid
  • Clitoris: zorgt voor seksuele prikkeling (orgasme). Er komen hier veel zenuwen samen
  • Maagdenvlies: weefsel met opening aan het begin van de vagina

Slide 22 - Tekstslide

  • Eierstokken: hier ontwikkelen de eicellen zich (1 per 4 weken)
  • Eileiders: vervoeren de eicellen naar de baarmoeder. De bevruchting vindt hier plaats
  • Baarmoeder: spieren die met slijmvlies bedekt worden. Hier vindt de innesteling plaats en de ontwikkeling van de embryo.
Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik
Voortplantingsstelsel van de vrouw.
De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Ovulatie = eisprong

Slide 25 - Tekstslide

Vragen

Slide 26 - Tekstslide

Rondere lichaamsvorm en borsten
A
Zijn primaire geslachtskenmerken
B
Zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 27 - Quizvraag

Welk onderdeel is aangegeven met nummer 5?
A
Zwellichaam
B
Penis
C
Zaadblaasje
D
Urinebuis

Slide 28 - Quizvraag

Welk onderdeel is aangegeven met nummer 1?
A
Prostaat
B
Zaadleider
C
Urinebuis
D
Teelbal

Slide 29 - Quizvraag

Welk onderdeel is aangegeven met nummer 8?
A
Prostaat
B
Zaadleider
C
Balzak
D
Teelbal

Slide 30 - Quizvraag

De zaadblaasjes en prostaat maken...
A
Vocht
B
Urine
C
Zaadcellen
D
Eicellen

Slide 31 - Quizvraag

Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de teelballen
D
In de zaadblaasjes

Slide 32 - Quizvraag

De temperatuur in de balzak is ....................dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de ontwikkeling van spermacellen.
A
Hoger
B
Lager
C
Zelfde

Slide 33 - Quizvraag

Welk onderdeel wordt aangegeven met nummer 2?
A
Eierstok
B
Urineblaas
C
Zaadleider
D
Eileider

Slide 34 - Quizvraag

Welk onderdeel wordt aangegeven met nummer 3?
A
Eierstok
B
Urineblaas
C
Zaadleider
D
Eileider

Slide 35 - Quizvraag

Welk onderdeel wordt aangegeven met nummer 5?
A
Vagina
B
Eierstok
C
Eileider
D
Urineblaas

Slide 36 - Quizvraag

Waarin liggen de eicellen?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Eileider
D
Vagina

Slide 37 - Quizvraag

Aan het werk
Maken
  • basisstof 1&2
  • test jezelf
  • Blooket



Slide 38 - Tekstslide