H2 Jij en je geld! Recap paragraaf 3 en 4

Hoofdstuk 2:
Jij en je geld
Recap paragraaf 2.3 en 2.4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2:
Jij en je geld
Recap paragraaf 2.3 en 2.4

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de formule voor het berekenen van het rentepercentage?
A
Aantal of bedrag : totaal x 100%
B
Rente x spaargeld : 100%
C
Totaal : bedrag x 100%
D
Spaargeld x rente : 100%

Slide 2 - Quizvraag

Spaarrekening: € 1.500
Je ontvangt €6 rente.
Hoeveel procent is de rente van je spaarrekening?
A
0,004%
B
0,4%
C
90%
D
9%

Slide 3 - Quizvraag

Waarom zou je lenen?
Leenmotieven
Leenmotieven zijn redenen om te lenen:
  • Je hebt een tijdelijk geldtekort
  • Je moet een onvoorziene uitgave betalen.
  • Je wil nu iets hebben en niet eerst sparen.

Slide 4 - Tekstslide

Je vraagt een vriend of je even geld mag lenen om een broodje te kopen, omdat je je portemonnee bent vergeten.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 5 - Quizvraag

Sadet heeft bij een bank € 1.500 geleend. Ze betaalt € 114 aan rente.
Bereken hoeveel procent de rente is van haar lening.
A
13,2%
B
15,3%
C
0,76%
D
7,6%

Slide 6 - Quizvraag

Waarom zou je lenen?
Begrippen
De looptijd is de duur van een lening.

Elke maand betaal je een maandtermijn, deze bestaat uit:
  • deel aflossing: het geleende geld terugbetalen
  • deel rente: de kost om geld te lenen

Slide 7 - Tekstslide

Een verzekering sluit je af bij een verzekeringsmaatschappij.
Dat is de ......
A
Verzekeraar
B
Verzekerde

Slide 8 - Quizvraag

Uit welke twee delen bestaat de maandtermijn van een lening bij de bank?
A
Het aflossen van de lening - De afsluitkosten van de lening
B
De rente voor de lening - Het aflossen van de lening
C
De rente voor de lening - afsluitkosten van de lening

Slide 9 - Quizvraag

Als bewijs van je verzekering ontvang je een ......
A
Polis
B
Polisvoorwaarde
C
Premie

Slide 10 - Quizvraag

Verzekering

Slide 11 - Woordweb

Bedrag dat je jaarlijks betaald voor je verzekering
A
Polis
B
Rente
C
Premie
D
Kosten

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste omschrijving van het begrip "eigen risico" in

Slide 13 - Open vraag

Tot het einde van de les:
- Maken rekenopgaven 8 t/m 20

Klaar? Maak het volgende:
- Herhalingsopdrachten 14 t/m 27

Volgende les:
Start hoofdstuk 3

Slide 14 - Tekstslide