Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
dag 6 woensdag 13 september
woordenschat: thema 1: kennismaken, dag 6
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Speciaal Onderwijs
Leerroute 4
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
woordenschat: thema 1: kennismaken, dag 6
Slide 1 - Tekstslide
juist
1. ander woord voor goed
Zin: Je hebt de opdracht
juist
gemaakt.
2. dat iets anders is dan je zou denken.
Zin: Sommige mensen vinden eten maken leuk, andere mensen vinden het
juist
saai.
Slide 2 - Tekstslide
meest(e)
het grootste aantal
veel - meer - meest(e)
Zin: Ik heb veel geld. (100 euro) Mijn collega heeft meer geld (1000 euro), maar de directeur heeft het
meeste
geld! (10.000 euro)
Slide 3 - Tekstslide
nakijken (scheidbaar ww)
scheidbaar werkwoord: ik kijk na, jij kijkt na, jullie kijken na
1. kijken of iets goed/fout is
zin: de docent kijkt de toets van de leerlingen na, ze hoopt dat het goed gemaakt is.
het werk van iemand
be
kijken (als informatie)
2. Er is een nieuw rooster, ik
kijk
even
na
of het een fijn rooster is.
Slide 4 - Tekstslide
nogal
best wel veel
positief/negatief
Zin: Ik heb een toets gemaakt. De toets had 20 vragen en ik had 15 vragen goed. Dat zijn er
nogal
veel!
Slide 5 - Tekstslide
het plein
een grote, open plaats tussen de gebouwen in een stad of dorp
bij een school is er meestal ook een schoolplein. Daar kan je in de pauze buiten zijn.
zin: Elke zaterdag is er markt op
het plein.
Slide 6 - Tekstslide
Wie heeft het meeste geld?
Mevrouw Astrid: 101,20 euro
Mevrouw Helen: 102,50 euro
Meneer Malte: 101,40 euro
A
Mevrouw Astrid
B
Mevrouw Helen
C
Meneer Malte
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de goede vervoeging van het werkwoord nakijken?
A
De docent kijk het werk na.
B
De docent kijken het werk na.
C
De docent kijkt het werk na.
D
De docent kijken het werk na.
Slide 8 - Quizvraag
In welke zin staat het woord
juist
op de goede plek?
A
Heb ik het fout gemaakt? Nee, je juist hebt het goed gemaakt.
B
Heb ik het fout gemaakt? Nee, je hebt juist het goed gemaakt.
C
Heb ik het fout gemaakt? Nee je hebt het juist goed gemaakt!
D
Heb ik het fout gemaakt? Nee, je hebt het goed juist gemaakt.
Slide 9 - Quizvraag
Maak een zin met het woord:
het plein
Slide 10 - Open vraag
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 11 - Tekstslide
Ik vind het ............ koud in de klas. Mag het raam dicht?
Slide 12 - Open vraag
Wie van jullie heeft het .......... aantal vragen goed?
Slide 13 - Open vraag
De docent moet altijd ons werk...............
Slide 14 - Open vraag
Ik dacht dat jij pizza lekker vond.
Nee, ik vind .......... patat lekker!
Slide 15 - Open vraag
Op het.......... in ons dorp staat een kerk en een winkel.
Slide 16 - Open vraag
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
juist
meest
nakijken
nogal
het plein
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
dag 6 woensdag 13 september
September 2023
- Les met
20 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Verbeteren toets 24/9 - OKAN Groen
September 2024
- Les met
24 slides
NT2
Secundair onderwijs
Mijn gezin en geld
Augustus 2024
- Les met
31 slides
Economie
Secundair onderwijs
Economie 'kletskaarten'
September 2023
- Les met
35 slides
Economie
Secundair onderwijs
Economie 'kletskaarten'
December 2021
- Les met
39 slides
Economie
Secundair onderwijs
taal actief thema 6 les 2
Maart 2024
- Les met
24 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Conflict hantering
Maart 2024
- Les met
32 slides
Verzorgende
MBO
Studiejaar 1-3
Les 18: Meertaligheid
Maart 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs