H7 Paragraaf 1, Duitsland en Frankrijk, Duitsers en Fransen

Paragraaf 1, Duitsland en Frankrijk, Duitsers en Fransen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1, Duitsland en Frankrijk, Duitsers en Fransen

Slide 1 - Tekstslide

Quiz
We gaan zo eerst eens kijken wat jullie al weten over Duitsland en Frankrijk.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Duitsland?
A
Parijs
B
Munchen
C
Wenen
D
Berlijn

Slide 3 - Quizvraag

Welke taal spreekt men in Frankrijk?
A
Belgisch
B
Frans
C
Spaans
D
Amerikaans

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet het gebergte in het zuiden van Frankrijk?
A
De Alpen
B
De Kaukasus
C
Himalaya
D
De Pyreneeen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het Ruhr-gebied?
A
Industrie-gebied
B
Gebied met veel toerisme
C
Oefenterrein voor het Duitse leger
D
Het gebied rondom Parijs

Slide 6 - Quizvraag

Wie is de baas over de EU?
A
Duitsland en Frankrijk
B
De EU heeft een koning
C
De EU heeft geen echte baas
D
Amerika en China

Slide 7 - Quizvraag

Duitsland en Frankrijk
Dit hoofdstuk gaat over Duitsland, Frankrijk en de EU. Duitsland en Frankrijk liggen allebei in Europa en het zijn buurlanden.

Slide 8 - Tekstslide

Parijs
De hoofdstad van Frankrijk is Parijs. Deze stad ligt in het noorden van Frankrijk. 
Parijs is veruit de grootste stad van Frankrijk. Frankrijk heeft 7 buurlanden.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Berlijn
Berlijn is de hoofdstad van Duitsland. Berlijn ligt in het oosten van Duitsland. Berlijn is de grootste stad van Duitsland.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Landschap
Frankrijk en Duitsland hebben beiden verschillende landschappen. Duitsland heeft in het noorden veel laagland. Frankrijk heeft wat minder laagland. We noemen het laagland als een gebied niet hoger is dan 200 meter. 

Slide 13 - Tekstslide

Relief
Beide landen hebben veel relief. Dat wil zeggen heuvels en bergen. 
Hieronder de kenmerken:
Heuvellandschap: tussen de 200 en 500 meter.
Middelgebergte: 500 tm 1500 meter.
Hooggebergte: vanaf 1500 meter.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Welk hooggebergte ligt er in het oosten van Frankrijk?
A
Pyreneeen
B
Alpen
C
Himalaya
D
Schotse Hooglanden

Slide 18 - Quizvraag

Wat hoort er bij de volgende omschrijving: tussen 200 en 500 meter hoog.
A
Middelgebergte
B
Laagland
C
Heuvellandschap
D
Hooggebergte

Slide 19 - Quizvraag

Wat hoort er bij: hoger dan 1500 meter
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvellandschap
D
Laagland

Slide 20 - Quizvraag

Welk landschap vind je in het noorden van Duitsland?
A
Laagland
B
Heuvellandschap
C
Middelgebergte
D
Hooggebergte

Slide 21 - Quizvraag

Inwoners
Beide landen hebben veel inwoners. Duitsland heeft 83 miljoen inwoners en Frankrijk 62 miljoen inwoners. 

Slide 22 - Tekstslide

Aantallen veranderen
Het inwoneraantal van een land veranderd elk jaar. Dat kan komen door sterfte, geboorte, immigratie en emigratie. 
Het inwoneraantal kan hierdoor groeien of krimpen.

Slide 23 - Tekstslide

Natuurlijke bevolkingsgroei
Als er meer geboortes zijn dan sterftes groei het aantal inwoners. Als er meer geboortes zijn dan sterftes noemen we dat natuurlijke bevolkingsgroei. Er is dan een geboorteoverschot. Gaan er meer mensen dood dan er geboren worden, dan is er een sterfteoverschot. 
Je ziet hier boven dat Duitsland geen natuurlijke bevolkingsgroei heeft, het sterftecijfer is hoger dan het geboortecijfer. 
Frankrijk heeft wel natuurlijke bevolkingsgroei. 

Slide 24 - Tekstslide

Sociale bevolkingsgroei
Er is sprake van sociale bevolkingsgroei als er meer mensen in een gebied gaan wonen, dan dat er vertrekken.
Immigratie is je in een gebied vestigen.
Emigratie is vertrekken. 
In Duitsland en Frankrijk is het immigratiecijfer hoger dan emigratiecijfer. Er vestigen zich meer mensen dan dat er vertrekken. Beide landen hebben een vestigingoverschot.

Slide 25 - Tekstslide

Frankrijk een eenheid
Frankrijk is een eenheiddstaat.
Dat wil zeggen dat het centraal geregeerd wordt. De regering zit in Parijs en neemt de beslissingen. Een kenmerk van eenheidsstaat is dat in het hele land dezelfde regels gelden. Nederland is ook een eenheidsstaat. 

Slide 26 - Tekstslide

Duitsland een federatie
Duitsland bestaat uit deelstaten. Het land heeft een regering in Berlijn die de beslissingen neemt over buitenlandse zaken, economie en defensie. Maar de deelstaten mogen ook dingen beslissen. Bijvoorbeeld welke vreemde taal er wordt gegeven op school. De deelstaten hebben zelf dus ook een beetje macht.

Slide 27 - Tekstslide

Welk land is een federatie?
A
Nederland
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
Friesland

Slide 28 - Quizvraag

Als er meer mensen vertrekken uit een gebied, dan dat er mensen gaan wonen is er een?
A
Vertrekoverschot
B
Vestigingsoverschot

Slide 29 - Quizvraag

De Duitse bevolking groeit door?
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei

Slide 30 - Quizvraag

Hoe wordt Frankrijk geregeerd?
A
Als een federatie, deelstaten mogen zelf ook beslissen.
B
Er is 1 iemand de baas: de koning
C
Als een eenheidsstaat, de regering zit in Parijs, overal dezelfde regels
D
Door de EU.

Slide 31 - Quizvraag

Als er in een jaar meer kinderen geboren worden, dan dat er mensen dood gaan. Noem je dat?
A
Sociale bevolkingsgroei
B
Natuurlijke bevolkingsgroei
C
Immigratie
D
Emigratie

Slide 32 - Quizvraag

Mindmap
Maak nu een mindmap van deze paragraaf.
Verwerk alle leerdoelen uit de studiewijzer.
Gebruik je tekstboek, lesson-up, klasgenoten en internet als hulpmiddel. 

Slide 33 - Tekstslide