4.3 Internationale samenwerking

Wat is diplomatie?
A
Overleg tussen legers
B
Overleg tussen staten
C
Overleg tussen geallieerden
1 / 35
volgende
Slide 1: Quizvraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is diplomatie?
A
Overleg tussen legers
B
Overleg tussen staten
C
Overleg tussen geallieerden

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Discriminerende wetten die Hitler invoert voor de joden: ????

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is antisemitisme?
A
Jodenhaat
B
Razzia's
C
Rassenleer
D
Ander woord voor Holocaust

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is een land bezet?
A
Als een land geen leider heeft
B
Als overwinnend leger volk in bedwang houd
C
Als een land wordt veroverd
D
Als de Duitsers aanvallen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kon Duitsland zo snel gebieden veroveren?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk land was als eerste bezet?
A
Nederland
B
Frankrijk
C
België
D
Polen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom lieten Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk Duitsland zijn gang gaan?
A
Ze waren bang voor Duitsland
B
Ze wilden oorlog voorkomen
C
Ze wilden oorlog voeren
D
Ze waren blij voor Duitsland

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde. 
Duitsland neemt Oostenrijk in
Duitsland ''krijgt'' Sudetenland
Duitsland valt Polen aan
Bombardement van Rotterdam
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk verklaren de oorlog

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegen welk land leed Duitsland de grootste nederlaag?
A
Amerika
B
Frankrijk
C
Sovjet-Unie
D
Nederland

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie was in Nederland, tijdens de Duitse bezetting, de hoogste bestuurder?
A
Hitler
B
Seyss-Inquart
C
Mussert

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie was de Nederlandse koningin tijdens de oorlog en waar verbleef zij tijdens de bezetting?
A
Koningin Wilhelmina; ze verbleef in Londen
B
Koningin Juliana; ze verbleef in Parijs
C
Koningin Wilhelmina; ze verbleef in Parijs
D
Koningin Juliana; ze verbleef in Londen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie was de leider van de NSB?
A
Anton Mussert
B
Adolf Hitler
C
Hannie Schaft
D
Benitto Mussolini

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de NSB?
A
De Nederlandse verzetsorganisatie
B
Het bonnensysteem tijdens de Hongerwinter
C
Een organisatie die het eens was met de nazi's
D
Een organisatie die het eens was met communisten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 146

4.3 Internationale samenwerking

Slide 15 - Tekstslide

Bespreken: Welke vlaggen herken je in de afbeelding? Wat zegt dit over de omvang van de oorlog?
4.3 Internationale samenwerking
Je weet hoe internationale samenwerking in Europa begon.
Je kunt uitleggen hoe de samenwerking in Europa werd uitgebreid.
Je weet waarom landen samenwerken in de VN
Je begrijpt waarom mensenrechten belangrijk zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zo begon het: de BENELUX
GEEN GRENSCONTROLES

GEEN BELASTING OM GOEDEREN OVER DE GRENS TE VERVOEREN

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE EUROPESE UNIE GROEIT....

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europese Unie 
Volksvertegenwoordiging van de EU = Europees Parlement




Leiders = Europese Commissie 
CONTROLEERT

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na welke oorlog werd de Europese Unie opgericht?
A
Eerste Wereldoorlog
B
Tweede Wereldoorlog
C
Koude Oorlog

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel landen zitten er momenteel in de Europese Unie?
A
18
B
24
C
27
D
32

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Blauwhelmen. Het vredesleger van de Verenigde Naties.
Unicef. Hulp aan kinderen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Internationale samenwerking
Je weet hoe internationale samenwerking in Europa begon.
Je kunt uitleggen hoe de samenwerking in Europa werd uitgebreid.
Je weet waarom landen samenwerken in de VN
Je begrijpt waarom mensenrechten belangrijk zijn.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde?

A
EU, EEG, EGKS, Benelux
B
EGKS, Benelux, EEG, EU
C
Benelux, EGKS, EEG, EU
D
Benelux, EGKS, EU, EEG

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de afkorting EGKS?
A
Europese Gemeenschap voor Katoen en Soja
B
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
C
Eerste Gemeenschap voor Katoen en Staal
D
Eerste Gemeenschap voor Kolen en Staal

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie doelen heeft de Verenigde Naties?
A
vrede, gezondheid en veiligheid
B
welvaart, onderwijs en veiligheid
C
onderwijs, veiligheid en vrede
D
vrede, veiligheid en welvaart

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleur hebben de helmen van het vredesleger van de Verenigde Naties?
A
zwart
B
groen
C
blauw
D
bruin

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1948: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
Vrij en gelijk geboren
Voor iedereen
Recht op leven, vrijheid en veiligheid

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk jaar werd de Benelux gevormd?
A
1960
B
1948
C
1944
D
1946

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel landen bestond de EGKS?
A
3
B
6
C
15
D
27

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie bestuurt de EU?
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Europees Parlement en Europese Commissie
D
Europese Gemeenschap

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Blz 149 4.3
Maken opdracht 6 t/m 9 (je mag samenwerking met degene naast je)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies