Unit 3 - Lesson 2 2BK

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welcome to the English classroom!

What are we going to do today?

• What have you learned last lesson?
• Today's goal
• Check homework
• Grammar 'Meervoud'
  
• Grammar 'Aanwijzende voornaamwoorden'
  

What have you learned last lesson?

Today's goal

Today's goal is that you know how and when to use 'Plurals' and the 'prepositions of place'.

Check homework

Meervoud

Grammar - meervoud

• Meervoud is wanneer er ergens 2 of meer van zijn - bv. 1 auto - 3 auto's
  
  
• Basisregel: in het Engels plak je de -s eraan vast, dus: 1 car - 3 cars

Uitzonderingen Meervoud

• Eindigt een woord op een sis-klank (s/ch/sh/x) dan komt er   -es achter, dus: 1 church - 4 churches
• Eindigt een woord op een -y dan verandert het meervoud in -ies, dus: 1 lady - 3 ladies
  
• Eindigt een woord op een -o, dan maak je het meervoud door -es, dus: 1 tomato - 6 tomatoes
  
• Eindigt een woord op een -f klank, dan wordt het meervoud -ves, dus: 1 half - 8 halves
  

Vul in: 1 boy - 5 ....

Vul in: 1 dog - 10 ....

Vul in: 1 bus - 5 ....

1 box - 4 ....

1 bike - 25 ....

Vul in:
1 kiss - 3 ....

Aanwijzende voornaamwoorden

• Als je iets aanwijst, gebruik je this, that, these en those.
• Kijk altijd of het om één of meer personen of dingen gaat en of het dichtbij of ver weg is. Kies dan het juiste woord:

	Dichtbij	Verder weg
Enkelvoud	This	That
Meervoud	These	Those

That/this/these/those

This

That

These

Those