les 3

les 3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsSecondary Education

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les 3

Slide 1 - Tekstslide

Was weisst du über Tiere?

Slide 2 - Tekstslide

Herzlich wilkommen!
Was machen wir heute? 
  • Hören
  • Wortschatz
  • Grammatik 

Lernziel:
  • Je kan regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.
  • Je kunt een eenvoudig interview over huisdieren begrijpen


Slide 3 - Tekstslide

Hören

Neue Kontakte Buch
Seite 112 Aufgabe 11

Slide 4 - Tekstslide

Wortschatz
Was?
Seite 110 Aufgabe 8, 9, 10
Wie?
allein oder zu zweit
Wie lange?
10 Minuten
Hilfe?
Schau ins Buch Seite  136
Fertig?
google classroom
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Het werkwoord in de tegenwoordige tijd
FEESTTENTEN-REGEL

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdregel (feesttenten)
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 7 - Tekstslide

Uitzonderingen - (e)ettenten
ich
heiße
du 
heißt
er / sie / es
heißt
wir
heißen
ihr
heißt
sie / Sie 
heißen
de EETTENTEN-regel gebruik je als de stam op een -s, -ss, -ß, -x of -z eindigt.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe gebruik je deze regels?
1. Neem de stam van het werkwoord 
2. Kijk welk persoonlijk voornaamwoord in de zin staat.
3. Kijk welke regel je moet toepassen. 
- stam op -s, -ss, -ß, -x, of -z = (E)ETTENTEN
- niks bijzonders = FEESTTENTEN-regel. 

Slide 9 - Tekstslide

Uitzonderingen 
ich
arbeite
du 
arbeitest
er / sie / es
arbeitet
wir
arbeiten
ihr
arbeitet
sie / Sie 
arbeiten
Als de stam op een -d of -t eindigt, krijg je bij du, er/sie/es en de ihr-vorm een tussen -e!

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen met de FEESTTENTEN-REGEL

Slide 11 - Tekstslide

Grammatik
Was?
Seite 118 Aufgabe 18, 19, 20
Wie?
flüstern darf
Wie lange?
15 Minuten
Hilfe?
frage mich, schau ins Buch Seite 195
Fertig?
Slim stampen
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + st
stam + e
stam + t
stam + en
stam + t
stam + en

Slide 13 - Sleepvraag

Ich ...... einen Brief (schreiben)
A
schreib
B
schreibe
C
schreibt
D
schreiben

Slide 14 - Quizvraag

Wir ....... gerne Karaoke. (singen)
A
singe
B
singen
C
singt
D
singst

Slide 15 - Quizvraag

....... Susanne auch ins Kino? (gehen)
A
gehe
B
gehst
C
geht
D
gehen

Slide 16 - Quizvraag

Peter und Tom ...... jeden Samstag Sport. (machen)
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 17 - Quizvraag

Ik weet hoe ik werkwoorden in de tegenwoordige tijd moet vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll