spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

1 Deze bevrijdingsbeweging (ontvoeren) regelmatig politici, die ze na maandenlange gijzeling van het leven (beroven).

2 Je ziet dat niemand (geloven) dat de minister-president de Nederlandse burgers heeft (beduvelen).

3 De voorzitter van het IOC (ontkennen) dat hij tegenover de pers heeft (beweren), dat de prijzen tijdens de Spelen oneerlijk zijn (verdelen).

4 Waarom heeft die jongen steeds (ontkennen) dat hij de gestorven varkens meestal zelf (verdelgen)?

5 Mijn broer bij de kustwacht (wedden), dat er vannacht wel ergens een schip (stranden), nu het water van de Noordzee zo extreem (golven).

6 Straks (worden) de winnaar weer (belagen) door dit groepje paparazzi, dat altijd (strijden) om de mooiste foto van de held.

7 Ik (antwoorden) op zulke domme beschuldigingen altijd dat toch niemand ze (geloven).

8 Natuurlijk (vinden) je het vervelend dat elke jongen je belangrijkste concurrente (aanbidden).

9 Hoewel deze marathonloper vrijwel altijd (meestrijden) om de medailles, (signaleren) de verslaggever dat hij al tekenen van vermoeidheid (vertonen).

10 Het (bevreemden) me dat er maar steeds geen beslissing over de opstelling (worden) genomen.

11 De buurman (verwijderen) eindelijk die hoge ceder uit zijn achtertuin, wat mij buitengewoon (verheugen).

12 U (veronderstellen) zeker dat dit teleurstellende resultaat het team (ontmoedigen)?

13 Het (verontrusten) (vt) ons zeer dat de stad zich zo snel (uitbreiden), want voor de nieuwe wijken (verwoesten) men kostbare natuurgebieden.

14 De jongens (bridgen)(vt) de hele middag en ’s avonds (darten) ze nog een paar uur.

15 Na enkele uren (ontaarden)(vt) de demonstratie in een ordinaire rel, die uiteindelijk aan tien betogers het leven (kosten).

16 Vroeger (lunchen) mijn ouders vaak bij Chez Marie, waarna ze ’s avonds in hun tuin (barbecueën).

17 Dat de automobilisten zich op deze slecht (verlichten) weg vroeger meer (haasten) dan tegenwoordig, blijkt slechts op vage veronderstellingen te (berusten).

18 De bewoners van de gebombardeerde stad zochten in hun (verwoesten) huizen naar de laatste resten van hun grotendeels (verbranden) huisraad.

19 Onze docent (bevroeden) al wel dat wij tijdens de slecht (voorbereiden) toetsweek geen wonderen zouden (verrichten).

20 De socialisten (verspreiden) vroeger altijd folders in de weken voor de verkiezingen om de burgers te (verleiden) op hen te stemmen.

21 De (verontrusten) gemeenteraadsleden (trachten) gisteravond via een (versnellen) procedure een vereniging te (stichten) tot behoud van de historische stadskern.

22 Zolang het pas (openen) museum nog onvoldoende bezoekers (trekken), (worden) het door de overheid (subsidiëren).

23 Als je het onkruid in je tuin (wieden), (verwonden) je regelmatig een hand of een vinger aan (uitsteken) takken van (opgroeien) struikgewas.

24 De niet tijdens de uitzending (beantwoorden) vragen worden door onze medewerkers via e-mail (behandelen).

25 Het spelletje dat in de jaren tachtig door Piet Abbringh voor Radio Oost (worden) (presenteren), (heten) indertijd ‘(Raden) waar die staat’.

26 Met een (verbazen) en (ergeren) blik (volgen) de verslaggever de wedstrijd, die voor Nederland (teleurstellen) verliep.

27 De coach (vinden) dat de pas (inlijven) spits zich goed (ontwikkelen) en laat zich (waarderen) uit over het (stijgen) aantal kansen dat de Braziliaan elke wedstrijd (creëren).

28 De (beginnen) belegger (ervaren) het als een groot probleem, als de AEX drie dagen achtereen zo sterk (dalen).

29 ‘Hier (worden) na elke gymles (douchen),’ zei de docent tegen zijn leerlingen die zich (tergen) langzaam naar de douchecabines begaven.

30 Tegenwoordig zijn (repareren) en (verstellen) spijkerbroeken weer in de mode, en dat (gelden) ook voor T-shirts waarvan de gaten zijn (stoppen).