Grammaire avoir - être - faire - aller - Indicatif présent + Passé composé

Révision: avoir - être - faire -aller
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Révision: avoir - être - faire -aller

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Formes AVOIR

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Quelles phrases sont correctes?
A
Ils sontes à l'école.
B
Je suis un garçon.
C
Nous sommes heureux.
D
Elle es formidable!

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Faites les combinaisons correctes!
je
tu
fait
nous
vous
ils / elles
fais
fais
il / elle / on
faisons
faites
font

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Je ... à l'école.
A
vas
B
va
C
vais
D
vont

Slide 9 - Quizvraag

Nous ... en Espagne!
A
allon
B
allons
C
allont
D
vons

Slide 10 - Quizvraag

On y va!
des exercices...

Slide 11 - Tekstslide

Ils (faire) leurs devoirs.

Slide 12 - Open vraag

Vous (être) très gentil.

Slide 13 - Open vraag

Tu (aller) bien?

Slide 14 - Open vraag

Nous (avoir) 14 ans.

Slide 15 - Open vraag

Je (être) monsieur van Rosmalen.

Slide 16 - Open vraag

Elle (avoir) un chien. Il s'appelle Woef!

Slide 17 - Open vraag

Elle (faire) la vaisselle.

Slide 18 - Open vraag

Max (aller) en vacances.

Slide 19 - Open vraag

Ruben et Sophie (faire) leurs devoirs.

Slide 20 - Open vraag

On (avoir) un chien, Bruno.

Slide 21 - Open vraag

Verbes irréguliers
... Passé composé

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Ik heb gehad.
A
J'ai eu
B
Tu as eu
C
J'ai été
D
Tu as été

Slide 24 - Quizvraag

Hij is geweest.
A
Tu as eu
B
J'ai eu
C
On a été
D
Il a été

Slide 25 - Quizvraag

Wij hebben gemaakt.
A
Vous avez fait
B
Nous avons fait
C
Nous avons allés
D
Vous avez eu

Slide 26 - Quizvraag

Zij is gegaan. (aller)
Hoofdletter en .

Slide 27 - Open vraag

Bart is gegaan.
Hoofdletter en .

Slide 28 - Open vraag

Sophie en (et) Ellen zijn gegaan.
Hoofdletter en .

Slide 29 - Open vraag

Claire en (et) Max zijn gegaan.
Hoofdletter en .

Slide 30 - Open vraag

des questions?

Slide 31 - Tekstslide