Hoofdstuk 1- les 2

Economie hoofdstuk 1 - les 2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Economie hoofdstuk 1 - les 2

Slide 1 - Tekstslide

Planning voor vandaag
  • Leerdoelen
  • Bespreken huiswerk 1.1
  • 1.1 Zakgeld
  • begin 1.2  Wat doe je met je (zak)geld?
  • Leerdoelen controleren
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Aan het einde van de les kan ik bedragen naar verschillende perioden omrekenen.
  2. Aan het einde van de les weet ik het verschil te benoemen tussen giraal en chartaal geld.  

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
1.1 
a. Verschil zakgeld en geld dat je verdient met een baantje?
b. Geef een argument waarom het hebben van een bijbaantje nog meer bijdraagt aan financiële bewustwording van jongeren?
c. Liever zakgeld of geld van een bijbaantje? Waarom?
d. Wat is en doet het Nibud?

Slide 4 - Tekstslide

1.1 Zakgeld
Het Nibud is een onafhankelijke stichting die informatie en adviezen geeft over financiën aan huishoudens en bedrijven. Over verschillende onderwerpen is informatie te vinden op de site of op te vragen. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Wie krijgt er zakgeld?
A
Wel
B
Niet

Slide 7 - Quizvraag

1.1 Zakgeld 
Geld dat je zonder tegenprestatie per week of per maand krijgt van je ouders of verzorgers en dat je vrij mag besteden.

Slide 8 - Tekstslide

1.1 Zakgeld 
In 1 jaar zitten;
- 4 kwartalen 
- 12 maanden 
- 52 weken en 
- 365 dagen
Belangrijk berekeningen:
In een maand zitten niet 4 weken!
Als je van week naar maand wilt doe je:
week x 52 ÷ 12 

Dit geld ook anders om!
Van maand naar week:
Maand x 12 / 52 

Slide 9 - Tekstslide

Maken
Wat?                    Maken opdracht 1.3
Waar?                  In je boek op pagina 7
Hoelang?            5 minuten de tijd
Eerder klaar?     Maken opdracht 1.2
Vragen?               Vraag eerst de genen naast je, komen                                 jullie er niet uit steek dan je hand op.
Let op!                  We werken in stilte
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden 1.3
a. €480 ÷ 52= €9,23
b. €2,50 x 52= €130     €130 ÷ 12= €10,83
c. €50 x 12= €600         €600 ÷ 52= €11,54
d. €45,50 x 4= €182     €182 ÷ 52= €3,50

Slide 11 - Tekstslide

1.1 Zakgeld
Giraal geld: 
Geld op de bankrekening van de bank, 
niet tastbaar

Chartaal geld:
Geld dat je in je handen kan houden, 
is een wettelijk betaalmiddel 

Slide 12 - Tekstslide

1.1 Zakgeld
Zwart werken
Betaald werk waarvan de inkomsten niet opgegeven worden bij de belastingdienst. 

Slide 13 - Tekstslide

In januari heb je €138,50 verdient, hoeveel heb je per week verdient?

Slide 14 - Open vraag

Deze week heb je €25,00 verdient, wat zou je in deze maand verdienen.

Slide 15 - Open vraag

Het eerste kwartaal van dit jaar heb je €584,00 verdient. Wat heb je per dag verdient?

Slide 16 - Open vraag

Chartaal geld 
Giraal geld 

Slide 17 - Sleepvraag

Huiswerk
Maken voor de volgende les:
1.2 + 1.3 + 1.4

Slide 18 - Tekstslide