6: zelf schrijven

Gedichten (thuiswerkles)
Ik kan een stuk schrijven aan de hand van gegevens die ik zelf heb gekozen
Schrijven: wat is belangrijk?
Nederlands
Cursus 3 paragraaf 6: zelf schrijven.
Je kiest een van de volgende opdrachten die je in de les maakt:
Opdr. 2, 5, 6, 7 of 8
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdracht. 
Volgende les dragen we een aantal verhalen voor in de klas!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gedichten (thuiswerkles)
Ik kan een stuk schrijven aan de hand van gegevens die ik zelf heb gekozen
Schrijven: wat is belangrijk?
Nederlands
Cursus 3 paragraaf 6: zelf schrijven.
Je kiest een van de volgende opdrachten die je in de les maakt:
Opdr. 2, 5, 6, 7 of 8
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdracht. 
Volgende les dragen we een aantal verhalen voor in de klas!

Slide 1 - Tekstslide

Zelf een tekst schrijven

Wat is hierbij belangrijk denken jullie?

Waar moet je aan denken?

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken en regels: hoofdletters en leestekens
Gebruik hoofdletters en leestekens.
Een tekst waarin hoofdletters en leestekens staan, is makkelijker te lezen. Dit zijn de afspraken:

Elke zin begint met een hoofdletter.
Namen schrijf je met hoofdletters.
Achter een gewone zin komt een punt.
Achter een vragende zin zet je een vraagteken.
Achter een uitroep zet je een uitroepteken.
voorbeeld
Na een paar weken was ik al gewend op mijn nieuwe school.
Morgen gaat Sanne met de familie Vogels naar Amsterdam om Artis te bezoeken.
Wat heb jij in de zomervakantie gedaan?
Die game is echt cool!

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan schrijven
Stap 1: Bedenk waarover je tekst gaat. Maak een woordweb. Schrijf het onderwerp in het midden en zet daaromheen alle ideeën die bij je opkomen en die te maken hebben met het onderwerp.





Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan schrijven
Stap 2: Omcirkel nu de woorden waarover je het meest zou kunnen vertellen. Dit worden jouw deelonderwerpen.

Stap 3 tot en met 7 gaan over het invullen van het bouwplan. Kijk bij elke stap goed naar het ingevulde voorbeeld.
Stap 3: Schrijf bij ‘onderwerp’ het onderwerp op. Dit doe je zo kort mogelijk.

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan schrijven
Stap 4: Schrijf bij ‘tekstdoel’ het doel van je tekst op. Kies uit:

activeren
amuseren
informeren
instrueren
overtuigen




Slide 7 - Tekstslide

Stappenplan schrijven
Stap 5: Bij ‘inleiding’ noem je het onderwerp van je tekst. Schrijf daar ook op hoe je de tekst leuk laat beginnen. Kies uit:

  • grappig weetje (anekdote)
  • spannend weetje
  • getallen
  • iets anders wat de aandacht trekt



Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan schrijven
Stap 6: Bij ‘middenstuk’ schrijf je op welke deelonderwerpen je gaat behandelen. Je schrijft er ook kort achter wat je er precies over wilt vertellen.


Stap 7: Bij ‘slot’ schrijf je in steekwoorden op wat je wilt zeggen. Je kunt de tekst kort samenvatten door het belangrijkste te herhalen. Je kunt ook (kort) naar de toekomst verwijzen.


Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk
Je maakt een keuze uit de volgende opdrachten:
Cursus 3 paragraaf 6: zelf schrijven.
Je kiest één van de volgende opdrachten die je in de les maakt:
Opdr. 2, 5, 6, 7 of 8

Deze les niet af? Dan thuis afmaken

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdracht af die je hebt gekozen

De volgende les lezen we enkele verhalen voor in de klas. 

Volgende les: uitleggen opdracht schrijfopdracht. 

Slide 11 - Tekstslide