In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
5.5 Warmte op aarde
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je leert wat het broeikaseffect inhoudt Je leert wat het versterkte broeikaseffect is Je leert wat stralingsevenwicht is Je leert hoe de koolstofkringloop werkt Je leert welke warmtestromen er op de aarde zijn
Slide 2 - Tekstslide
Broeikaseffect
Slide 3 - Tekstslide
Mercurius overdag 420 °C en 's nachts -170 °C
Aangename temperatuur op aarde komt door:
1) Afstand tot de zon (150 miljoen km)
2) Luchtlaag rond de aarde (dampkring)
Broeikasgassen: waterdamp, koolstofdioxide, ozon en methaan
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Broeikaseffect
Atmosfeer of ook wel
dampkring
Slide 7 - Tekstslide
Broeikaseffect
Broeikasgassen die naar de atmosfeer stijgen houden de warmte van de zon vast.
Slide 8 - Tekstslide
Stralingsevenwicht
Als er evenveel straling van de aarde naar de atmosfeer gaat als er vanuit de atmosfeer naar de aarde gaat
Slide 9 - Tekstslide
Koolstofkringloop
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Versterkte broeikaseffect
= versterkte toename van de temperatuur in de dampkring als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen (onder meer stikstof-en koolstofdioxiden) door de mens.
Het versterkt broeikaseffect zorgt ervoor dat er geen stralingsevenwicht meer is waardoor de aarde meer warmte van de zon absorbeert dan ze terug afstraalt naar de ruimte.
Slide 12 - Tekstslide
Golfstromen ( waterkringloop verdeelt warmte over aarde)
Slide 13 - Tekstslide
Golfstromen
Waterkringloop verdeelt de warmte over de gehele aarde door golfstromen. Bij de evenaar zijn de golfstromen het warmst en bij de polen het koudst. De warme water gaat vanuit de evenaar, langs de continenten, naar de polen en geeft zijn warmte af aan de atmosfeer door straling en verdamping.
Slide 14 - Tekstslide
Eenmaal bij de polen is het water afgekoeld en neemt de dichtheid toe. Het water zakt naar beneden weer richting de evenaar
Slide 15 - Tekstslide
Algemene luchtcirculatie
Verdeelt warmte en vochtigheid in de lucht in de atmosfeer. Bij de evenaar heb je warme, vochtige lucht. Deze stijgt richting de continenten en de polen ( koelere drogere lucht daalt richting de evenaar).