4.2 Leren
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
4) Gaat het in de volgende zin om gedrag?
''Je tikt met je vingers op tafel''
''Je tikt met je vingers op tafel''
A
JA
B
NEE
Slide 3 - Quizvraag
4) Gaat het in de volgende zin om gedrag?
''Je knippert met je ogen''
''Je knippert met je ogen''
A
JA
B
NEE
Slide 4 - Quizvraag
4) Gaat het in de volgende zin om gedrag?
''De hond ligt stil in de mand''
''De hond ligt stil in de mand''
A
JA
B
NEE
Slide 5 - Quizvraag
4) Gaat het in de volgende zin om gedrag? ''Naast de voerbak staat een grote plant''
A
JA
B
NEE
Slide 6 - Quizvraag
7) De hond krijgt twee prikkels: ''voerbak'' en ''honger''
Welke prikkel komt van buiten het lichaam van de hond
Welke prikkel komt van buiten het lichaam van de hond
A
Voerbak
B
Honger
Slide 7 - Quizvraag
7) De hond krijgt twee prikkels: ''voerbak'' en ''honger''
Welke prikkel komt van binnen het lichaam van de hond
Welke prikkel komt van binnen het lichaam van de hond
A
Voerbak
B
Honger
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Op welke manier wordt hier geleerd?
A
Imiteren
B
Oefenen
C
Inzicht
D
Belonen en straffen
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Is dit een reflex of aangeboren gedrag?
A
Reflex
B
Aangeboren gedrag
