2.3: Voortstuwen en tegenwerken

Goedemiddag!
Leg alvast je boek en schrift klaar.
Deze les gaat over voortstuwen en tegenwerken. (par 3 H2)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Goedemiddag!
Leg alvast je boek en schrift klaar.
Deze les gaat over voortstuwen en tegenwerken. (par 3 H2)

Slide 1 - Tekstslide

Programma van deze les
  1. Terugblik op de vorige lessen
  2.  Nieuwe lesstof 2.3: Voortstuwen en tegenwerken
  3. Zelfstandig aan de slag met opdrachten
  4. Afsluiting met korte quiz (bij genoeg tijd)

Slide 2 - Tekstslide

Welke opdrachten van paragraaf 2.2 lukten niet?

Over welke opdrachten twijfel je?

Wat ging er goed?

Slide 3 - Tekstslide

Welke opdrachten van paragraaf 2.2 lukten niet?

Slide 4 - Woordweb

Welke opdrachten van 2.2 gingen goed?

Slide 5 - Woordweb

Over welke opdrachten van 2.2 twijfel je?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

2.1 en 2.2 
Welke soorten krachten kennen we?
Hoe kun je zwaartekracht meten?
Hoe kun je zwaartekracht berekenen?

Hoe teken je een kracht? 
Hoe bereken je de veerconstante?
Hoe gebruik je de parallellogrammethode?


Slide 10 - Tekstslide

2.3: Voortstuwen en tegenwerken
Leerdoelen

  1. Je kunt uitleggen op welke manier bewegingen in het heelal verschillen van bewegingen op aarde.
  2. Je kunt van 3 weerstandskrachten aangeven hoe ze ontstaan en hoe je ze kunt verminderen.
  3. Je kunt uitleggen wat de eerste wet van Newton inhoudt en hoe je deze kunt beredeneren.
  4. Je kunt beschrijven hoe een voorwerp beweegt als de resultante gelijk is aan 0 N.
  5. Je kunt beschrijven hoe een voorwerp beweegt als de resultante niet gelijk is aan 0 N (vier mogelijkheden). 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

In de lege ruimte zijn er niet of nauwelijks weerstandskrachten.

Slide 13 - Tekstslide

Eerste wet van Newton
Als de resultante van alle krachten 0 N is, is het voorwerp in rust of beweegt het met een constante snelheid in een rechte lijn.

Slide 14 - Tekstslide

Op aarde is er altijd weerstand.

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer de voortstuwende kracht in evenwicht is met de weerstandskracht dan beweeg je in gelijk tempo in een rechte lijn.

Slide 16 - Tekstslide

3 weerstandskrachten
Schuifweerstand        Rolweerstand          Luchtweerstand

Slide 17 - Tekstslide

Schuifweerstand: weerstand die een voorwerp ondervindt wanneer het over een oppervlak schuift of glijdt.
Verkleinen door: de oppervlakken die langs elkaar glijden zo glad mogelijk maken.

Slide 18 - Tekstslide

Rolweerstand: ontstaat doordat rollend voorwerp en ondergrond vervormen.
Verkleinen door: ondergrond vlakker en harder te maken, rollend voorwerp harder te maken.

Slide 19 - Tekstslide

Luchtweerstand: ontstaat doordat een voorwerp de lucht voor zich opzij moet duwen.
Verkleinen door: stroomlijning, het frontaal oppervlak verkleinen om minder lucht opzij te hoeven verplaatsen.

Slide 20 - Tekstslide

Verandering van beweging en richting van de resultante van de krachten (Fres)

Slide 21 - Tekstslide

De laatste: tips lezen grafieken
  • Bekijk voor je aan de vraag begint eerst rustig de grafiek of diagram. 
  • Welke vorm heeft het? Welke grootheden en eenheden staan er langs de assen?
  • Bedenk wat dit betekent voor de informatie die je uit de grafiek kunt halen.
  • Begin nu aan de vragen die bij de grafiek of diagram horen. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
Wat: 2.3: Opdracht 1 en 2(kennis) en 3 t/m 8 (inzicht).
Hoe: Eerste 5 minuten stil, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.
Hulp: Lukt het niet? Vraag eerst je buur. Kom je er samen niet uit, steek dan je hand op.
Tijd: Zie timer.


Uitkomst: De lesstof komt terug op de toets en aan het eind van de les in de quiz!


timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting
  • Korte quiz (3 vragen)
  • Volgende les 

Slide 25 - Tekstslide

Wat zijn weerstandskrachten?
A
Krachten die de snelheid van een voorwerp verhogen.
B
Krachten die de beweging van een voorwerp ondersteunen.
C
Krachten die beweging veroorzaken.
D
Krachten die tegen de bewegingsrichting in werken.

Slide 26 - Quizvraag

Achmed ondervindt een weerstandskracht van 180N
Hoe groot is de voortstuwende kracht die hij uitoefent?
A
0N
B
90N
C
180N
D
360N

Slide 27 - Quizvraag

De bandenspanning van de auto wordt verlaagd. Welke weerstandskracht verandert daardoor het meest?
A
rolweerstand
B
luchtwrijving
C
maximale schuifwrijving
D
geen enkele kracht verandert hierdoor

Slide 28 - Quizvraag