T6 B1 KT

B1 Bloemen
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 146 t/m 148
timer
3:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de verschillende onderdelen van een plant herkennen en benoemen.
  • Je kent het verschil tussen de mannelijke en vrouwelijk delen van een bloem.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

B1 Bloemen
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 146 t/m 148
timer
3:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de verschillende onderdelen van een plant herkennen en benoemen.
  • Je kent het verschil tussen de mannelijke en vrouwelijk delen van een bloem.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Organen van planten
  • Bouw van een bloem
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Waarom heeft een plant bloemen?

Slide 3 - Woordweb

Welke taak hoort bij welk plantenorgaan?
Zorgen voor voortplanting
Zorgen voor voedselopslag
Zorgen voor vervoer van voedsel
Zorgen voor voedsel

Slide 4 - Sleepvraag

Wat gebeurt er met een bloem nadat deze is uitgebloeid?

Slide 5 - Open vraag

Meestal grote, gekleurde bladeren. Samen vormen ze de Bloemkroon.
Doel: insecten aantrekken
?
Kleine groene bladeren. Samen vormen ze de Bloemkelk.
Doel: kroonbladeren beschermen
?
Als het zaadbeginsel wordt bevrucht wordt het een zaadje
Doel: Voortplanting
?
De stamper is het vrouwelijke deel van de bloem.
Bovenaan zit de stempel, onderaan het vruchtbeginsel.
Hiertussen zit de stijl
Het aantal stijlen en stempels kan flink verschillen per plant
Doel: Voortplanting
?
Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht nadat de plant bevrucht is
Doel: Voortplanting
?
De meeldraad is het mannelijke deel van de bloem. 
Hij maakt stuifmeel in de helmknoppen
Het aantal meeldraden kan per plant sterk verschillen
Doel: Voortplanting
?
Veel bloemen vormen nectar, dit trekt insecten aan.
Bijen maken honing van nectar.
Sommige bloemen hebben heel kleine kroonbladeren. Deze planten gebruiken wind ipv insecten om bevrucht te worden

Slide 6 - Tekstslide

De bloem in het voorbeeld heeft ... stamper(s)
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quizvraag

De bloem in het voorbeeld heeft ... zichtbare kroonbladeren
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 146 t/m 148
  • Maken Opdr. 1 t/m 8 blz. 149-153

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 9 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 146 t/m 148
  • Maken Opdr. 1 t/m 8 blz. 149-153

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 10 - Tekstslide

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Alle tafels recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval
  • Tafels leeg

Slide 11 - Tekstslide