Thema 7 BS 5 Kringlopen
1 / 24
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt milieuproblemen veroorzaken door:
1. stoffen toe te voegen
2. stoffen te onttrekken
1. stoffen toe te voegen
2. stoffen te onttrekken
A
1 is juist
B
2 is juist
C
Beiden juist
D
Beiden onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn de 2 belangrijkste oorzaken van milieuproblemen?
A
De bevolkingstoename en steeds meer dieren.
B
De bevolkingstoename en de manier van leven.
C
Toename in verschillende diersoorten en manier van leven.
D
Het smelten van de polen en de manier van leven.
Slide 3 - Quizvraag
Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
vleeseters
B
planteneters
C
planten
D
reducenten
Slide 4 - Quizvraag
Wat mag er niet in een voedselweb?
A
planteneters
B
vleeseters
C
afvaleters
D
nutriënten
Slide 5 - Quizvraag
Een pijltje in een voedselketen betekent:
A
Wordt gegeten door
B
Eet het volgende organisme
Slide 6 - Quizvraag
Welke rol heeft de leeuw in dit voedselweb?
A
Producent
B
Reducent
C
Concument 1e orde
D
Consument 2e orde
Slide 7 - Quizvraag
Consument 3
Consument 1
Consument 2
Heterotroof
Autotroof
Producent
Slide 8 - Sleepvraag
De voedselpiramide in de afbeelding is een piramide van biomassa.
- de havik weegt 1 kg
- de koolmezen wegen bij elkaar 5 kg
- de rupsen wegen bij elkaar 10 kg
- de eik heeft blaadjes die gezamenlijk 100 kg wegen.
Welke bewering is dan juist?
- de havik weegt 1 kg
- de koolmezen wegen bij elkaar 5 kg
- de rupsen wegen bij elkaar 10 kg
- de eik heeft blaadjes die gezamenlijk 100 kg wegen.
Welke bewering is dan juist?
A
Uit 1 kilo biomassa in koolmezen, wordt 1 kilo biomassa in de havik gevormd.
B
Uit 5 kilo biomassa in rupsen wordt 1 kilo biomassa in de havik gevormd.
C
Uit 10 kilo biomassa in rupsen wordt 5 kilo biomassa in koolmezen gevormd.
D
Uit 10 kilo biomassa in de eik wordt 5 kilo biomassa in de rupsen gevormd.
Slide 9 - Quizvraag
Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem
Slide 10 - Quizvraag
In welk ecosysteem blijft de biomassa gelijk?
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Link
Slide 18 - Tekstslide
In de koolstofkringloop wordt door organismen organische stoffen verbrand. Bij welke groep organismen is dit?
Meerdere antwoorden mogelijk!
Meerdere antwoorden mogelijk!
A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Afvaleters
Slide 19 - Quizvraag
Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop
D
De kringloop van het leven
Slide 20 - Quizvraag
Welke stof hoort niet thuis in de koolstofkringloop?
A
Water (H2O)
B
Koolstofdioxide (CO2)
C
Glucose (C6H12O6)
D
Calciumcarbonaat (CaCO3)
Slide 21 - Quizvraag
Wat geven dieren in de koolstofkringloop door aan de reducenten (bacteriën en schimmels)?
A
Afgevallen blaadjes
B
Verbranding
C
Dode resten en uitwerpselen
D
Fotosynthese
