4.4 - Vermogen en energie (les 1)

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en zorg dat je een gesloten laptop op tafel hebt liggen.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en zorg dat je een gesloten laptop op tafel hebt liggen.

Slide 1 - Tekstslide

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en zorg dat je een gesloten laptop op tafel hebt liggen.

Slide 2 - Tekstslide

4.3 - Vermogen en energie 
Herhalingsles!

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag
4.4.1 Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.

4.4.2 Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
a) Welke lampjes branden als schakelaar A open is en schakelaar B dicht?
b) Welke lampjes branden als schakelaar B open is en schakelaar A dicht?
c) Welke lampjes branden als de twee schakelaars allebei dicht zijn?

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
a) Welke lampjes gaan uit als je lampje 1 losdraait?
b) Welke lampjes gaan uit als je lampje 2 losdraait?
c) Welke lampjes gaan uit als je lampje 4 losdraait?
d) Waarom brandt lampje 1 het felst?




Slide 6 - Tekstslide

Waarom branden de lampjes 1 en 2 feller dan de lampjes 3, 4 en 5?

Slide 7 - Tekstslide

Energie verbruik

Slide 8 - Tekstslide

Stickertje op apparaat

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Vermogen  (P)
Het vermogen (P) hangt af van: De spanning (U).
Hoe meer Volt (V), des te groter is het vermogen.

Het vermogen (P) hangt óók af van: De stroomsterkte (I).
Hoe meer Ampère, des te groter het vermogen.
                          De formule voor het vermogen is dus:
                                               P = U x I

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen
Een Samsung 4K tv heeft werkt op een stroomsterkte van 1,3 A. Verder gebruikt hij 230 V aan spanning. Bereken het vermogen. 

Slide 12 - Tekstslide

Even oefenen
Een fohn heeft spanning van 12 V. Op de warmste stand loopt er een stroom van 9,8 A door fohn. 

Bereken het vermogen van de fohn.

Slide 13 - Tekstslide

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak de volgende opdrachten van H4.4 - 1 t/m 4 + 6a, 7

Hoe? Doe dit individueel of in duo's. In duo's fluister je zachtjes.

Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Maak opdracht *10 in de online methode! 

Slide 14 - Tekstslide